08 nov 2017 13:34

7 op 10 leefloners stromen uit naar werk of een andere vorm van sociale uitkering

Brussel, 8 november 2017. 86.305 leefloners werden gedurende een periode van 4 jaar door de POD Maatschappelijke Integratie opgevolgd om na te gaan of deze groep er duurzaam op vooruit gaat of dat men zich na verloop van tijd terug bij het OCMW aanmeldt.

De studiedienst stelde vast dat 69,3% het OCMW definitief verlieten. De leefloonbegunstigden werden ondergebracht in 4 uitstroom-statuten: werk, uitkeringsgerechtigde werkloosheid, andere sociale uitkeringen, of een andere situatie voor personen die niet meer in aanmerking komen voor een leefloon of een andere vorm van sociale uitkering.

Opmerkelijk is dat er geen significant verschil te vinden was naargelang het geslacht van de opgevolgde personen noch naargelang de grootte van het OCMW.

Investeren in duurzaam werk loont

De steekproef toont aan dat op het einde van de periode 42% werkzaam is dankzij de begeleiding van het OCMW. De uitstroom naar werk ligt hoger in het Vlaams (48%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (44%) dan in het Waals Gewest (37%). De regionale verschillen kunnen deels verklaard worden doordat het vacaturepercentage  in Brussel en in Vlaanderen hoger is dan in Wallonië.

Na een eerste trimester aan de slag als werknemer bedraagt de kans 9,6% om terug te moeten vallen op een leefloon. Dit percentage verkleint naarmate de aangeboden job duurzamer is en aldus langer duurt. Na de opvolgingsperiode van 4 jaar is de terugval op het sociale vangnet van het OCMW gedaald tot amper 0,2%. Opvallend is dat alleenstaanden met kinderen ten laste meer uitstromen naar werk (46%) dan samenwonenden (37%).

Leefloners stromen ook via de werkloosheidsuitkering door naar werk

24% heeft na de tussenkomst van het OCMW opnieuw voldoende sociale rechten opgebouwd om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering. Vervolgens kunnen deze personen andere opleidings- en tewerkstellingstrajecten van onder andere de VDAB gebruiken vanwaaruit zij hun leven opnieuw kunnen starten. Er valt op te merken dat 13% van deze groep in het begin van de opvolgingsperiode verder doorstroomt naar werk. Hoe langer de werkloosheidsperiode duurt, hoe lager de kans om door te stromen naar een job.

Andere pistes

15% verlaat het OCMW voor een andere vorm van sociale uitkering zoals vergoedingen voor ziekte of invaliditeitsuitkeringen van een instelling van sociale zekerheid.

19% verlaat het OCMW zonder leefloon en komt niet in aanmerking voor een andere uitkering. Deze betrokken personen zijn niet langer aanwezig in de databanken van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Dit is onder meer het geval indien het individu verhuist naar het buitenland of indien deze bijvoorbeeld huwt, niet werkzaam is en door het inkomen van de partner niet langer recht heeft op een leefloon.

Conclusie

Er is voor de overgrote meerderheid van de personen die het OCMW verlaten geen sprake van een terugkeereffect waarbij ex-leefloners zich na verloop van tijd terug aanmelden bij het OCMW.