Zware kankerbehandeling: geen reden om lichaamsbeweging te staken
Kankerpatiënten moeten vaak een zware behandeling ondergaan. Om deze moeilijke periode draaglijk te maken bestaan er ondersteunende interventies zoals pijnbestrijding, psychosociale ondersteuning, verzachting van nevenwerkingen en oefentherapie. Het Federaal kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) gaat in een reeks van 4 rapporten na welke van deze interventies een wetenschappelijk bewezen nut hebben, en dit voor alle kankertypes. In een eerste rapport neemt het KCE oefentherapie tijdens of net na de behandeling met chemotherapie en/of bestraling onder de loep.
Wat is oefentherapie?
Met oefentherapie wordt elk type lichaamsbeweging bedoeld, die regelmatig en gedurende een bepaalde tijd wordt uitgevoerd. Het gaat om wandelen, fietsen, zwemmen, fitness, maar het kunnen ook oefeningen zijn die onder begeleiding van een therapeut werden opgestart, en die daarna individueel door de patiënt worden voortgezet.
Effect niet bewezen, maar ook geen gevaar voor de patiënt
Voor de meeste kankertypes werd er geen betrouwbaar wetenschappelijk bewijs gevonden dat deze of gene oefentherapie gunstiger zou zijn voor de levenskwaliteit, de vermoeidheid of het uithoudingsvermogen van de patiënt. Anderzijds werd er ook geen negatief effect vastgesteld, en blijkt lichaamsbeweging niet gevaarlijk voor de kankerpatiënt. Door het gebrek aan betrouwbaar bewijsmateriaal pleit het KCE wel voor het opzetten van grote, kwaliteitsvolle studies.
Ondertussen is er dus geen reden om aan te nemen dat de algemene raad om veel te bewegen niet zou gelden tijdens een zware kankerbehandeling. Mensen onder chemotherapie of radiotherapie hoeven dus niet te stoppen met fietsen of wandelen met de hond tijdens hun behandeling, als zij er zich beter door voelen.