Herstel- en investeringsplan
De ministerraad keurt de structuren van de werkzaamheden en de methodologische aanpak van het Plan voor Herstel en Veerkracht goed, in het kader van het herstel- en investeringsplan waarin het regeerakkoord voorziet.
Het regeerakkoord voorziet in het opstellen van een herstel- en investeringsplan, in overleg met de gewesten, gemeenschappen en lokale overheden. De regering wil met dit plan de ernstige gevolgen van de Covid-19-crisis voor onze economie inperken, maar wil tegelijk inspelen op een aantal structurele uitdagingen waarmee ons land te kampen heeft. Hiertoe behoren met name de overgang naar een koolstofarme en digitale economie, de verslechtering van onze infrastructuur of de vertraging van de productiviteitsgroei. Het herstel- en investeringsplan zou een meezuigeffect moeten creëren voor de economie als geheel en de in ons land gecreëerde toegevoegde waarde aanzienlijk moeten verhogen.
Van de financiële instrumenten die op Europees niveau worden ingezet om de lidstaten te ondersteunen bij hun relance-inspanningen, is de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht (FHV) het belangrijkste instrument voor bedragen die door België kunnen worden aangesproken. Om van deze Europese financiering gebruik te kunnen maken, moet België de Europese Commissie echter een uniek Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) voorleggen dat wordt gecoördineerd door het federale niveau, waarin de investeringsprojecten op alle beleidsniveaus en waarvoor om een financiële steun wordt gevraagd, in detail worden beschreven.
Daarom keurt de minsterraad de opbouw van het Plan voor Herstel en Veerkracht goed. Het bestaat uit drie grote onderdelen: de herstelmaatregelen, de strategische investeringen en de structurele hervormingen. Alleen de laatste twee onderdelen worden gedekt door het PHV dat op 30 april 2021 moet worden overhandigd aan de Europese Commissie.
De ministerraad keurt voorts ook de methodologie van de werkzaamheden goed. De staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen zal als technisch aanspreekpunt met de Europese Commissie worden aangewezen in het kader van de opmaak van het PHV. De eerste minister, de minister van Financiën, de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen zullen de politieke contacten met de Europese Commissie coördineren. In alle gevallen zal informatie worden gedeeld tussen de verschillende leden van de regering die betrokken zijn bij de contacten met de Europese Commissie in het kader van het PHV.
De opbouw zal gebaseerd worden op een methodologie op vier niveaus:
- vijf thematische werkgroepen
- drie functionele werkgroepen
- een redactie-eenheid
- een politiek begeleidingscomité
Het dossier zal op de agenda van het volgende Overlegcomité worden geplaatst.