Planning van het medisch aanbod – Tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke in tweede lezing een voorontwerp van wet goed betreffende de aanbodsbeheersing van artsen en tandartsen.
Enerzijds schrapt het voorontwerp het historische overschot aan artsen in de Franse Gemeenschap aangezien de planningscommissie in haar rekenmodel reeds rekening houdt met de overtallen en met de actuele situatie op het terrein om een advies uit te brengen over de quota. De optie van een versnelde afbouw van het historisch opgebouwde tekort in de Vlaamse Gemeenschap via een in ministerraad overlegd koninklijk besluit blijft behouden.
Anderzijds bouwt het voorontwerp een garantie in voor de huidige groep studenten geneeskunde en tandheelkunde, namelijk zij die ten laatste in het academiejaar 2022-2023 aan de basisstudies zijn begonnen, zodat artsen tot in 2028 – en tandartsen tot in 2027 – toegang hebben tot een specialisatieopleiding met het daaraan verbonden RIZIV-nummer.
Deze federale maatregelen hebben als belangrijkste doelstellingen enerzijds rechtszekerheid te bieden aan de huidige studenten geneeskunde en tandheelkunde, zodat ze de garantie hebben te kunnen specialiseren na hun basisstudies, en anderzijds een medisch aanbod op basis van behoeften te realiseren.
Deze wetswijziging kadert in het principeakkoord dat werd gesloten inzake de planning van het medisch aanbod. In overeenstemming met dit akkoord voerde de Federatie Wallonië-Brussel bij decreet een vergelijkend toelatingsexamen (numerus fixus) in voor artsen en tandartsen vanaf het academiejaar 2023-2024. Dit moet zorgen voor een overeenstemming tussen het aantal toegelaten studenten aan de basisopleiding en de federaal bepaalde quota voor de toegang tot de bijzondere beroepstitels vanaf 2029 voor artsen en vanaf 2028 voor tandartsen.
Het voorontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning met het oog de indiening ervan bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Voorontwerp van wet tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, voor wat betreft de aanbodsbeheersing