Herziening van de wetgeving inzake van het beroep van privédetective
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden een voorontwerp van wet goed dat de huidige wetgeving omtrent de regeling van het beroep van privédetective in zijn geheel vervangt.
De uitoefening van private opsporingsactiviteiten wordt momenteel gereglementeerd door een wet daterend uit 1991. Deze wet is verouderd en houdt geen rekening met nieuwe rechtsregels, nieuwe werkwijzen en de gewijzigde mogelijkheden tot opsporing.
Het nieuwe voorontwerp van wet zorgt daarom voor een volledige herziening van deze wet. Het behandelt specifiek de activiteiten van private opsporing. Voor de uitoefening van deze activiteiten moeten ondernemingen die deze diensten aan derden aanbieden of deze ten eigen behoeve organiseren, vergund worden. Voor het personeel dat ze inzetten, gelden onder andere diverse veiligheids- en opleidingsvoorwaarden.
Daarnaast focust het ontwerp op proactieve controle in de vorm van vergunningsstelsels en identificatiekaarten voor personeel alsook door reactieve controle op de naleving van de wet. Op die manier wil de regering de betrouwbaarheid, de kwaliteit van de diensten en het respect voor de rechtsstaat waarborgen.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit, de FSMA/NBB, het College van procureurs-generaal en de Nationale Arbeidsraad.