Bepalingen inzake het sociaal tarief
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Energie Tinne Van der Straeten een ontwerp van koninklijk besluit en een ontwerp van ministerieel besluit goed inzake nadere bepalingen aangaande het sociaal tarief.
De ontwerpen bepalen:
- dat de aardgasonderneming of het elektriciteitsbedrijf de beschermde residentiele afnemer in kennis dient te stellen van de toepassing van het sociaal tarief, en de contactgegevens dient mee te delen die toelaten dat de beschermde residentiele afnemer te kennen kan geven dat deze niet langer de toepassing van het sociaal tarief wenst te genieten of dat deze wenst dat het sociaal tarief opnieuw wordt toegepast
- dat indien de beschermde residentiële afnemer afziet van het sociaal tarief binnen de 30 werkdagen na de kennisgeving van toekenning door de leverancier de vorige prijsvoorwaarden van toepassing blijven, en dat na het verstrijken van deze termijn de leverancier de procedure toepast voorzien in de Gaswet en de Elektriciteitswet
- dat het carry forward-principe wordt geplafonneerd waardoor het sociaal tarief nooit hoger kan zijn dan het laagste commerciële tarief aangeboden in de maand voorafgaand aan het kwartaal waarvoor het sociaal tarief wordt vastgesteld
De ontwerpen worden ter advies voorgelegd aan het Overlegcomité en de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juni 2022 tot vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van warmte aan beschermde residentiële afnemers
Ontwerp van ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 maart 2007 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan beschermde residentiële afnemers en van het ministerieel besluit van 30 maart 2007 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan beschermde residentiële afnemers