Diverse bepalingen inzake sociale zaken

Voor het Terug Naar Werk-beleid omvat het ontwerp:

• Een wettelijke definitie van arbeidspotentieel.
• Een aangepaste definitie van het Terug Naar Werk-traject voor werknemers. De adviserend arts of een lid van het multidisciplinair team kan een arbeidsongeschikte rechthebbende met arbeidspotentieel voortaan rechtstreeks doorverwijzen naar de arbeidsarts of naar de bevoegde regionale of gemeenschapsdiensten voor socioprofessionele re-integratie, niet langer uitsluitend naar de Terug-Naar-Werkcoördinator. Bovendien kan ook de arbeidsarts doorverwijzen naar de arbeidsbemiddelingsdienst of kan de persoon zich rechtstreeks daar aanmelden. 
• Een aangepaste definitie van het Traject Terug Naar Werk voor zelfstandigen, zodat ook zij rechtstreeks contact kunnen opnemen met de bevoegde regionale of gemeenschapsdiensten voor re-integratie.
• Een sanctie van 10% vermindering van de ziekte- of invaliditeitsuitkering wanneer een arbeidsongeschikte persoon met arbeidspotentieel en zonder arbeidsovereenkomst zich niet inschrijft bij de arbeidsbemiddelingsdienst.

Daarnaast wordt binnen de nieuwe solidariteitsbijdrage een extra uitzondering voorzien voor werknemers met een arbeidshandicap, een psychosociale arbeidsbeperking of een bijzonder kwetsbaar statuut, erkend door de bevoegde regio of gemeenschap en tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen of maatwerkbedrijven.

Bovendien bevat het ontwerp een opheffingsbepaling betreffende de responsabiliseringsbijdrage. Deze is voor het laatst verschuldigd voor het vierde kwartaal 2025. Daar de sectorale fondsen kunnen putten uit de middelen van het zo gevormde fonds voor preventieacties, gebeurt de volledige opheffing ervan in 2032.

Tot slot wordt bepaald dat er van 2026 tot en met 2029 geen herwaarderingscoëfficiënt voor invaliditeitsuitkeringen wordt toegepast, omdat er voor de periode 2025–2029 geen welvaartsenveloppe wordt toegekend.

Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.