Verhoging van de bijdrage van de RVA voor de financiering van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk David Clarinval en van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een voorontwerp van wet en een ontwerp van koninklijk besluit goed tot verhoging van de bijdrage van de RVA aan de RJV van 6% naar 10% voor de financiering van de jaarlijkse vakantie van de arbeiders.
Het voorontwerp voorziet in een structurele verhoging van de huidige bijdrage van 6% naar 10% op de werkloosheidsuitkeringen voor tijdelijke werkloosheid om economische redenen. Deze bijdrage wordt door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) doorgestort aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV).
Daarnaast zet het ontwerp van koninklijk besluit ook twee incoherenties recht in het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van artikel 18 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
De ontwerpen moeten uitwerking krijgen op 1 januari van het vakantiedienstjaar 2026, op basis van de gegevens van het vakantiedienstjaar 2025. Ze worden ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 18, § 3, tweede lid, van de wetten inzake de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van artikel 18 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers