Wijzigingen in het kader van de hervorming van het ziektepensioen voor ambtenaren
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een voorontwerp van wet goed dat de re-integratie van arbeidsongeschikte ambtenaren wil stimuleren bij werkgevers in de publieke sector.
Het voorontwerp van wet kadert in de bredere hervorming van het ziektepensioen voor ambtenaren, waarbij het pensioen voor lichamelijke ongeschiktheid vanaf 1 april 2026 wordt afgeschaft. Het voorontwerp beoogt te anticiperen op de gevolgen van deze afschaffing, met name de massale overgang van arbeidsongeschikte ambtenaren naar de regeling voor uitkeringen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
In deze context wordt voorgesteld om de wet van 20 juli 1991 aan te passen door de berekening van de door de overheidswerkgevers verschuldigde bijdragen in geval van vervroegde beëindiging van de dienst om medische redenen te wijzigen.
Het nieuwe berekeningsmechanisme laat een significant hogere bijdrage toe, door rekening te houden met de resterende periode tot de wettelijke pensioenleeftijd, vermeerderd met een responsabiliseringscoëfficiënt. Hiermee wordt een, weliswaar geplafonneerde, verhoging ingevoerd om werkgevers verantwoordelijk te maken en hen aan te moedigen hun inspanningen voor de re-integratie van arbeidsongeschikte ambtenaren te versterken.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State.
Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen