20 jul 2006 17:00

Aangifte bedrijfsvoorheffing

Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing

Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing

De ministerraad keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 wijzigt. Het ontwerp voegt de nieuwe praktische regels over de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in die het gevolg zijn van de wijzigingen die de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact aanbracht. De werkgevers die bezoldigingen betalen voor overwerk zijn vrijgesteld om 24,75% van de bedrijfsvoorheffing door te storten. Dit is van toepassing op de werkgevers onderworpen aan de wet van 5 december 1968 voor de werknemers die vallen onder categorie 1 zoals vermeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002 en voor de uitzendkantoren. De koopvaardij-, de bagger- en de sleepvaartsectoren moeten geen bedrijfsvoorheffing betalen op de bezoldigingen van communautaire zeelieden aan boord van schepen geregistreerd in de Europese economische ruimte, voor wie ze een zeebrief hebben. Universiteiten en hogescholen krijgen een vrijstelling van 50% op de bedrijfsvoorheffing die ze moeten betalen op de lonen van assistent-onderzoekers. Dat geldt ook voor het Nationaal Fonds voor Wetenchappelijk Onderzoek en het Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek Vlaanderen op bezoldigingen van post-doctorale onderzoekers. De werkgevers uit de zeevisserij moeten het saldo van de ingehouden bedrijfsvoorheffing aan het zeevissersfond storten, wanneer dat meer bedraagt dan de fictieve bedrijfsvoorheffing. Die fictieve bedrijfsvoorheffing is gebaseerd op de forfaitaire daglonen die als basis dienen voor de berekening van de sociale bijdragen voor zeevissers die een arbeidsovereenkomst hebben. De ondernemingen waar men ploegenarbeid en nachtarbeid verricht en die een ploegenpremie betalen zijn vrijgesteld van de bedrijfsvoorheffing voor 5,63% van de belastbare bezoldigingen waarin die ploegenpremies zijn inbegrepen. Het ontwerp is een voorstel van Minister van Financiën Didier Reynders. Het wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.