Aanpassing loongrens zeerlagelonen-component van de RSZ-bijdragevermindering
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne en minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed dat voorziet in een aanpassing van de loongrens van de “zeerlagelonencomponent” van de RSZ-bijdragevermindering.
In uitvoering van het afsprakenkader tussen de sociale partners voor de periode 2021-2022 en de periode 2023-2024 wordt het gemiddeld minimum maandinkomen verhoogd via de collectieve arbeidsovereenkomsten 43/15 en 43/16. Ten gevolge daarvan zal dit interprofessionele minimumloon op 1 april 2024 met 35,70 euro bruto stijgen.
Om de stijging van de loonkosten voor werkgevers ingevolge de verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen met 35,70 euro vanaf 1 april 2024 te compenseren, werd tijdens de begrotingsopmaak 2024 beslist om de zeer lage lonencomponent van de structurele vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen te versterken.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State en de Nationale Arbeidsraad.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen