Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
Retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
Retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
De ministerraad keurde op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onkelinx een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de retributies en bijdragen vaststelt die verschuldigd zijn aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten.
Het ontwerp moet de inkomsten van het Fonds verhogen zodat bijkomend personeel kan worden aangeworven voor de Dienst Pesticiden en Meststoffen van DG4 van de FOD Volksgezondheid.
Sedert 14 juni 2011 voorziet de Europese Verordening 1107/2009 immers bijkomende voorwaarden en vereisten voor de aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen, wat onder meer de werklast aanzienlijk zal doen stijgen. Aan de lidstaten werden bovendien, op straf van sancties, strikte deadlines opgelegd voor de beoordeling van de aanvragen. De verordening bepaalt dat de kosten veroorzaakt door werkzaamheden die zij binnen de werkingssfeer van de verordening uitvoeren via vergoedingen of heffingen kunnen worden teruggevorderd.
De bijdrage voor de fytofarmaceutische sector (dossierbehandeling) zal van 296.900 euro naar 1.354.700 euro stijgen, wat een stijging van 350 % betekent.
De bijdrage voor de meststoffen zal van 39.058 euro naar 105.800 euro gaan, hetzij een stijging van 170 %.
De verhoging van de jaarlijkse bijdragen (op de productprijzen verhaald), tot slot, zal van 2.125.948 euro naar 2.429.655 euro gaan of een stijging van 14 %.