17 okt 2006 17:00

Beleidsverklaring

Beleidsverklaring 17 oktober 2006

Beleidsverklaring 17 oktober 2006

Mijnheer de voorzitter, Geachte collega's, Bedachtzaam en vastberaden. Dat was de boodschap van de beleidsverklaring vorig jaar. En dat was ook de essentie van het Generatiepact dat we toen bekend maakten. De beleidsverklaring van vandaag is op dezelfde fundamenten gebouwd. Even vastberaden. Even bedachtzaam. Maar vastberadenheid en bedachtzaamheid betekenen niets zonder engagement. Engagement is daarom ons derde fundament. Want er zijn in feite twee manieren om aan politiek te doen, twee manieren om een land te besturen. Net zoals er twee manieren zijn om een schip te besturen. Ofwel is je enige zorg dat je schip drijvende te houden. Zonder specifiek baken, zonder duidelijk doel. Voortdobberen, eender welke richting. Ofwel heb je als kapitein een missie, een visie, een droom. Met een klaar doel voor ogen. Ook al weet je dat je soms woeste wateren en zware stormen zal moeten trotseren. Je grenzen zal moeten verleggen. Welnu, grenzen verleggen. Dat is het doel van de politiek. Politiek is meer dan alleen een kwestie van beheren en besturen. Het is ook en vooral een kwestie van visie, van kijken naar de toekomst. Een kwestie van engagement, van toekomstgericht engagement, van het nemen van verantwoordelijkheid. Ook in moeilijke omstandigheden, vooral in moeilijke omstandigheden. Zoals we doen in het buitenland. . Meer dan 1100 van onze soldaten opereren in buitenlandse missies. Sinds enkele weken zijn Belgische soldaten vertrokken naar Libanon om vrede te bewerkstelligen in een van de vuurhaarden van het Midden-Oosten. Onze soldaten zitten in Afghanistan waar zij ervoor zorgen dat de democratie eindelijk een kans krijgt. Dat de Taliban er niet terug aan de macht komt. Dat vrouwen opnieuw rechten krijgen die hen zovele jaren werden ontzegd. We zijn ook aanwezig in Kosovo, in Bosnië om een nieuwe burgeroorlog op de Balkan te voorkomen. En we investeren in vrede en democratie in Congo waar bijna in stilte het grootste menselijke drama van de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden, met miljoenen doden. Ook daar nemen we onze verantwoordelijkheid op. Dat zijn geen gemakkelijke opdrachten. Dat zijn vaak heel risicovolle operaties. Maar verlangen naar vrede of een betere wereld zonder zelf een engagement op te nemen, is gemakkelijk. En roepen dat de anderen het dan maar moeten doen, is zelfs laf. Ik wil daarom van deze tribune gebruik maken om eerst en vooral onze vredessoldaten en hun families te bedanken. Zij nemen immers de grootste verantwoordelijkheid. Om even terug te komen op ons engagement in Congo. Zeven jaar geleden zijn we naar Congo teruggekeerd. Om de burgeroorlog te helpen stoppen. Om de democratie terug op gang te trekken. We hebben samen met de internationale gemeenschap Congo op weg geholpen. En we willen dat ook blijven doen. Wanneer de transitieperiode positief wordt afgesloten en een Congolese democratie is opgestart, zullen we aan de club van Parijs voorstellen om de bilaterale schulden van Congo vervroegd kwijt te schelden. Wij zullen dat in 2007 in elk geval zelf doen. We willen namelijk dat Congo echt een nieuwe start krijgt met een gezonde democratie, met gezonde financiën. Daar moeten de Congolezen natuurlijk zelf werk van maken. Maar daar kunnen wij hen daadwerkelijk in steunen. Het is een belangrijke steun die we gaan leveren, een steun die er mee voor zorgt dat onze inspanning voor ontwikkelingssamenwerking volgend jaar verder zal stijgen naar 0,55%. We zitten dus perfect op schema om in 2010 de 0,7% te halen. Ook in Europa bewijzen we ons engagement. De Europese eenmaking is het grootste politieke succesverhaal van de geschiedenis. Nooit tevoren kende Europa zo lang vrede, zo veel welvaart, zo'n grote onderlinge solidariteit. Europa verdient dus niet het cynisme dat we vandaag bijna overal horen. Cynisme dat wordt aangewakkerd door kunstmatige polarisaties, polarisaties tussen oude en nieuwe lidstaten, tussen grote en kleine landen. Polarisaties die maar tot één iets leiden: tot status quo en tot achteruitgang. Het Europese project heeft de afgelopen vijftig jaar altijd twee motoren gehad. De motor van de verdieping en de motor van de uitbreiding. Maar de enige manier om uitbreiding en verdieping in evenwicht te houden, de enige manier om ervoor te zorgen dat de uitbreiding de Unie niet verlamt, is de unanimiteitsregel definitief af te schaffen. Alleen zo kunnen we het status quo vermijden. Alleen zo kunnen we evolueren naar de Verenigde Staten van Europa. Gisteren werd ons internationaal engagement bekroond. 180 landen beslisten dat België de volgende twee jaar lid zal zijn van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. En dat is een grote eer voor ons land. Maar ook een immense opdracht. De uitdagingen zijn namelijk enorm. De instabiliteit in het Midden-Oosten, de opmars van het fundamentalisme, Noord-Korea dat kernbommen test, de burgeroorlog in Darfour, de dreiging van Iran. En ik noem er maar enkele. Wij geloven in het potentieel van de VN. We geloven ook dat de VN versterkt moet worden om dat potentieel hard te kunnen maken in de toekomst. Wij geloven dat onze bijdrage in de Veiligheidsraad bescheiden maar substantieel kan zijn. Ons doel is de komende twee jaar enkele stenen in de rivier van de wereldvrede te verleggen. Dat is in elk geval ons engagement. Mijnheer de voorzitter, Geachte collega's, Hoe meer we begaan zijn met de wereld, hoe beter we inzien dat het in ons land niet slecht is om te leven. Ik wil hiermee niet zeggen dat er bij ons geen problemen zijn. Maar het zijn problemen die op te lossen zijn. Waar iets aan kan worden gedaan. En waar we ook vooruitgang boeken. Wat is inderdaad de feitelijke staat van ons land? De Nationale Bank verwacht dat onze economie in 2006 met 2,7% zal groeien. Voor 2007 voorspelt men een groei van meer dan 2,2%. Hiermee scoort ons land voor het vijfde jaar op rij beter dan de Eurozone. Natuurlijk, dat zijn geen miraculeuze cijfers, zoals in Ierland of Slovakije. Laten we niet overdrijven. Maar het zijn goede, gedegen, stabiele cijfers, beter dan in de buurlanden in elk geval. Cijfers waar vele landen ons om benijden. De meeste mensen zeggen die economische groeicijfers misschien niet veel. Het lijkt een beetje op abstracte wiskunde. Nochtans zijn ze wel degelijk van groot belang. Meer economische groei betekent immers meer jobs en meer inkomsten voor iedereen. En dat is niet abstract, dat is zeer concreet. Zo kent ons land dit jaar de sterkte daling van faillissementen in tien jaar tijd. Dit jaar is er, met 33.000 nieuwe bedrijven, in de eerste zes maand een nieuw record aantal starters in ons land. En bovendien stijgen de buitenlandse investeringen opnieuw snel. Dat zijn geen abstracte cijfers. Je ziet dat ook op het veld. Dat bedrijven sluiten of personeel laten afvloeien, is jammer genoeg onvermijdelijk in de hedendaagse economie. En er zullen in de toekomst nog grote herstructureringen zijn. Maar dat weegt niet op tegen het werk dat in de andere ondernemingen wordt gecreëerd. Uit cijfers blijkt dat we een pak meer jobs aantrekken dan er verloren gaan. Die groei is op het terrein merkbaar. Er wordt meer geïnvesteerd. Er wordt meer ondernomen. Er worden meer banen gecreëerd. En ik zeg dat maar even, want ik word hier in de Kamer al drie jaar weggehoond omdat ik in de beleidsverklaring van 2003, bij de start van deze regering, zei dat ons doel de creatie van 200.000 nieuwe jobs was. Dat doel was inderdaad zeer ambitieus. Vorig jaar heb ik in de beleidsverklaring toegegeven dat dit misschien te hoog gegrepen was. Toen dachten we dat het er maximaal 115.000 zouden zijn.. Maar het afgelopen jaar is niet voor niks geweest. Exact gisteren heeft Eurostat bekend gemaakt dat sinds onze belofte om voor 200.000 jobs te gaan, dus sinds 2003, er netto 157.000 nieuwe banen zijn bijgekomen. Met andere woorden, de 200.000 zijn misschien toch niet helemaal onhaalbaar. Ik weet het. Er wordt soms schamper gedaan over het voluntarisme van deze regering. We leggen de lat inderdaad altijd hoog. Ik geef toe, soms zelfs te hoog. Maar eerlijk, als we de lat niet af en toe hoog durven leggen, wat bereiken we dan? Het minimum? Het gemiddelde? Een vijf op tien? Wij engageren ons om voor een tien op tien te gaan, met alle energie en alle inspanningen. En ja, soms halen we misschien maar een acht of een zeven. Maar dat is nog altijd meer dan een middelmatige vijf. Mijnheer de voorzitter, Geachte collega's, Ons beleid de voorbije jaren was gesteund op vier pijlers: lastenverlagingen, koopkrachtverhogingen en doelgerichte hervormingen en dat alles binnen gezonde overheidsfinanciën. In deze beleidsverklaring veranderen we die aanpak niet, maar we versterken hem wel. Te beginnen met het budgettaire kader. Zeven jaar op rij hebben we een begroting in evenwicht ingediend. Volgend jaar mikken we op een overschot. Een overschot van exact 0,3% of 900 miljoen euro. We mikken ook op een ommekeer in de evolutie van het primair saldo. Dat saldo daalde de voorbije jaren. Al hadden we nog steeds het hoogste van Europa. Dit jaar stijgt het primair saldo echter opnieuw, van 4,1 naar 4,3%. Dat betekent dat we opnieuw meer reserves aanleggen voor de toekomst. De eenmalige maatregelen dan. De omvang van de eenmalige maatregelen was het onderwerp van heel wat discussie de voorbije jaren. Welnu, dit jaar dalen deze eenmalige maatregelen van 0,55% BBP tot 0,38% BBP. Het eindresultaat van de begroting is een spectaculaire daling van de staatschuld tot 83% van het BBP. Al die resultaten, het overschot van 0,3% in het bijzonder, zijn de verdienste van alle beleidsniveaus De federale overheid, incluis de sociale zekerheid, zal inderdaad een overschot kennen van om en bij het half miljard. D e gewesten, gemeenschappen en gemeenten van bijna 400 miljoen. Met de gewesten en de gemeenschappen werd overeengekomen om op korte termijn ook afspraken te maken over regionale uitgaven die nu federaal betaald worden. Want wat is de situatie vandaag? Als de gewesten een loonakkoord afsluiten, is het de federale regering die de daaruit voortvloeiende verhoging van de pensioenen betaalt. Het is ook de federale regering die het tijdskrediet voor hun ambtenaren betaalt om maar enkele voorbeelden te noemen. Ik denk dan ook dat het belangrijk is dat we daarover enkele nieuwe afspraken maken. En dat we, zoals in elk goed huwelijk, elk onze verantwoordelijkheid nemen zowel in de lusten als in de lasten. Geachte collega's, We versterken niet alleen de overheidsfinanciën. We versterken ook het beleid zelf. Eerst en vooral op het vlak van de competitiviteit, de innovatie en de werkgelegenheid. De economie draait goed. Het komt er nu op aan dit resultaat te bestendigen. Het Interprofessioneel Akkoord zal hierin een belangrijke rol spelen. En ik roep de sociale partners dan ook op om te investeren in vorming, onderzoek en innovatie en tegelijk de loonkost binnen de perken te houden. Ze hebben zich daartoe geëngageerd in hun gezamenlijke verklaring van 27 maart 2006. Het komt er nu op aan om deze verklaring in een concreet akkoord om te zetten. De regering van haar kant zal de doelgerichte belastingsverlagingen dit jaar verder uitbreiden en versterken. We hadden dat aan de sociale partners beloofd. We komen onze belofte na. De bestaande lastenverlaging voor nacht- en ploegenarbeid zal verdubbeld worden. Tot 10,7%. Hierdoor blijven de Belgische fabrieken die met ploegenstelsels werken concurrentieel met die van onze buurlanden. Ook de belastingverlaging op overuren zal aanzienlijk versterkt worden. Overuren worden dus flink goedkoper. Eenderde van de nieuwe middelen zal naar de werkgever gaan. En maar liefst tweederde naar de werknemer. Daarmee wordt het zowel voor de werkgever als de werknemer voor het eerst opnieuw lonender om een overuur in het wit te verrichten in plaats van in het zwart. Ook de jobkorting, die mensen die werken beloont, wordt verdubbeld. Concreet betekent dit dat de jobkorting ongeveer 50 euro per werknemer zal bedragen, een korting die bovenop de algemene belastingsverlaging komt die nu op kruissnelheid is. Daarnaast wordt dit jaar ook de belastingsverlaging voor kenniswerkers uitgebreid. Niet alleen gedoctoreerden maar nu ook iedereen met een mastersdiploma die in een researchafdeling werkt, zal van deze belastingsverlaging kunnen genieten. Ten slotte wordt er een enveloppe van 30 miljoen aan de sociale partners ter beschikking gesteld met als doel het netto gewaarborgd minimum maandinkomen te verhogen. Ook een andere lastenverlaging begint stilaan zijn vruchten af te werpen: de notionele interest. Dankzij de wet op de notionele interest staat ons land vandaag voor wat investeringen betreft gerangschikt bij de meest interessante landen ter wereld. Maar dat is niet alles. Er komen nieuwe verlaagde tarieven voor de belastingsvrije reserves. We zijn ervan overtuigd dat heel wat slapend kapitaal dat vandaag in het bedrijf ongebruikt blijft, door deze maatregel opnieuw zal geïnvesteerd worden in onze economie. De competitiviteit van ons land kan alleen omhoog als we samenwerken met alle niveaus. Wat heeft het immers voor zin om op het ene bestuursniveau de belastingen te verlagen, als men ze op een ander opnieuw verhoogt. Elkaar de zwarte piet doorschuiven, heet dat. Het zorgt voor polarisaties die niet goed zijn voor ons land en evenmin voor de bedrijven. Daarom bieden we aan om in de komende maanden een pact af te sluiten, een pact met de gewesten, de gemeenschappen en de gemeentes, een "pact ten voordele van het bedrijfsleven" Niet voor meer inkomsten Integendeel, we willen een pact afsluiten waarin we ons gezamenlijk engageren tegenover de bedrijven. Concreet zou dit pact uit twee luiken moeten bestaan. In het eerst luik beslissen we om geen vennootschapsbelasting meer te heffen op premies en subsidies aan bedrijven. (expansiewetgeving, O&O, ondernemerschapspremies, exportsubsidies, landbouwsubsidies) In het tweede luik zou een nieuw mechanisme van aftrekbaarheid ingevoerd moeten worden om de regio's en de gemeentes te stimuleren lastenverlagingen ten voordele van de bedrijven door te voeren. Waarom niet het idee,hoe lager de belastingen, hoe hoger de aftrekbaarheid. Met zo'n pact – daar ben ik van overtuigd – geven we onze ondernemingen de garantie dat de belastingen overal in ons land zullen dalen. Onze bedrijven verdienen dat engagement. Van engagement gesproken. Al Gore was vorige week in Brussel om ons te overtuigen van de gevaren van de CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde. Ik heb toen met hem gesproken. En de wetenschappelijk cijfers die hij gaf waren ronduit shockerend. Door de opwarming van de aarde zijn het aantal zware orkanen de laatste dertig jaar verdubbeld. Het afgelopen decennium is ook het smeltende ijs van gletsjers verdubbeld. De malariamug verspreidt zich op als maar meer plaatsen in de wereld, met alle gevolgen van dien. De grote boosdoener in dit opwarmingsverhaal is CO2 dat de warmte van de zon binnen onze atmosfeer houdt. En als we de CO2-uitstoot niet verminderen, zullen de gevolgen op korte termijn dramatisch zijn. Over 25 jaar zal het aantal doden ten gevolge van de opwarming stijgen tot 300.000 mensen per jaar. Door het smelten van ijs zal het zeeniveau stijgen met zes meter. Er zullen meer droogtes komen, meer hittegolven, meer bosbranden. Maar we kunnen deze rampen voorkomen. Dit is geen fataliteit. Daar is echter één voorwaarde voor en dat is zorgen voor veel minder uitstoot van CO2. We moeten de boodschap van Al Gore ersntig nemen. Het Kyoto-plan dat we hebben, is goed maar nieuwe instrumenten zijn nodig. Dat is de reden waarom we een nieuwe heffing invoeren op klimaatonvriendelijke verpakkingen. De heffing zal namelijk afhangen van de CO2-balans van de verpakking. Met andere woorden hoe minder CO2 bij de productie, hoe minder heffing. Zo komt er bijvoorbeeld op papieren verpakking geen heffing, maar op plastic en aluminium des te meer. We hopen vooral dat dit de producenten hun gedrag doet wijzigingen. Terwijl de consument steeds de keuzevrijheid behoudt. Maar meer Kyoto is niet alleen een kwestie van bestraffen, het is ook een kwestie van stimuleren. We voeren daarom ook een belastingsaftrek in voor roetfilters en we gaan de aftrek uitbreiden voor energievriendelijke investeringen. Mijnheer de voorzitter, Geachte collega's, We zullen in 2007 eveneens ons sociaal beleid een stuk versterken. Daarin is het overschot op de Sociale Zekerheid, waarover ik reeds sprak, essentieel. En ook hier gaan we tegen de Europese trend en die van de buurlanden in. Dit overschot is mogelijk zowel dankzij een streng in de hand houden van de uitgaven, als door het aanboren van andere inkomsten dan die uit arbeid als door het aanboren van nieuwe inkomsten die de gezondheid moeten bevorderen. Onder meer via de accijnzen op tabak. Maar dit overschot dat we opbouwen gaan we niet zomaar uitgeven. Dit overschot hebben we in het bijzonder gecreëerd om de toekomst voor te bereiden. De toenemende vergrijzing heeft immers twee effecten: een verhoging van de pensioenkost en een verhoging van de kosten van de gezondheidszorg. Voor de betaalbaarheid van de pensioenen van de toekomst hebben we het Zilverfonds. We richten nu ook een tweede fonds op, namelijk het Zilverzorgfonds. We reserveren daarvoor al 309 miljoen euro in 2007. Met dit Zilverzorgfonds willen we de toename van toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing voor de komende decennia opvangen. Voor de zelfstandigen zal hetzelfde gebeuren maar dan specifiek voor de kleine risico's. We versterken ook de fraudebestrijding in de sociale zekerheid, net zoals dat het geval is in de fiscaliteit. We sturen als regeringsvoorstel een nieuw forfaitair systeem om het zwartwerk in de bouw en de schoonmaak tegen te gaan, naar de sociale partners. De begroting van volgend jaar versterkt ook in aanzienlijke mate de koopkracht, dit onder meer door enkele belangrijke sociale correcties. Mensen houden vandaag meer over. Dat is geen belofte, maar een feit. Waar de koopkracht in 2004 nog daalde met 0,2%, steeg die in 2005 met 1% en in 2006 met 1,8%. En naar verwachting kan die koopkrachtstijging 2,3% bedragen in 2007. Deze sterke koopkracht is mede de verklaring van het feit dat onze economie de voorbije jaren sterker groeide dan die van de buurlanden Hiermee geven we vooral de zwakkeren een duw in de rug. We kunnen in een ontwikkeld land als het onze immers niet aanvaarden dat moeders en vaders onvoldoende geld hebben om hun kinderen wat zekerheid te geven, een toekomst te geven. Tegenover deze mensen moeten we ook onze verantwoordelijkheid nemen. Ook zij verdienen gelijke kansen om vooruit te geraken. In het generatiepact werd een mechanisme van welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen overeengekomen. We hebben intussen voor een wettelijke basis gezorgd. In september kregen we een unaniem advies van de sociale partners over de concrete invulling van die welvaartsaanpassingen. De regering heeft beslist om dat voorstel, dat grotendeels wordt gevolgd, uit te voeren en zelfs uit te breiden. De laagste uitkeringen en oudste pensioenen worden verhoogd: de welvaartsbonus voor pensioenen. En er komt ook een pensioenbonus die langer werken beloont. Ook de plafonds waarop de pensioenen berekend worden gaan omhoog. En de inkomensgarantie uitkering voor bejaarden en de minimumpensioenen van werknemers en zelfstandigen wordt zodanig verhoogd dat zij niet langer het risico zullen lopen om in de armoede terecht te komen. Ook de kinderbijslag voor het eerste kind voor zelfstandigen wordt verhoogd. Het leefloon wordt opgetrokken en later ook aangepast aan de welvaart, Het beperkt remgeld waar tot vandaag enkel WIGW's recht op hadden, wordt nu hervormd tot een OMNIO, namelijk een uitbreiding tot iedereen met een inkomen van minder dan 14.000 euro. De maximumfactuur wordt uitgebreid naar al die aspecten van chronische ziektes die tot hier toe niet in rekening werden gebracht. En een maatregel ten slotte die mij erg ter harte gaat is dat er eindelijk een asbestfonds opgericht wordt. Met dit fonds willen we de gezondheidskosten van de vele slachtoffers van asbest mee helpen drukken. Maar hoe welvaartsvast de inkomens van deze mensen ook worden gemaakt, één groot probleem blijft nijpend: huisvesting. Daarom is wonen en huren een ander pakket aan maatregelen. De prijzen van huizen stijgen enorm. Kopen wordt moeilijker voor meer en meer mensen. Maar voor de armsten onder ons is niet alleen kopen al langer onhaalbaar. Ook huren wordt steeds meer een probleem. Daarom hebben we een heel pakket aan maatregelen genomen die zowel de huurder als de verhuurder stimuleren om de huurprijzen te matigen, en mensen sneller de kans te geven om een eigen huis te verwerven. Ik geef er enkele. We voeren een nieuwe regeling voor de huurwaarborg in, waarbij die in eenmaal voor twee maanden of in maandelijkse schijven voor drie maanden kan worden betaald. De BTW op sociale woningen wordt verlaagd. Het verlaagd BTW-tarief voor renovatie wordt ook toegepast voor vervangende nieuwbouw in achtergesteld wijken van grote steden. Er komt ook een belastingsvermindering bij de renovatie van bescheiden huurwoningen indien in het nieuwe contract de prijs beheerst wordt. We gaan ook door met de pilootprojecten waarbij de paritaire commissies waar huurders en eigenaars de prijzen proberen beperkt te houden, en we hopen om hieromtrent met de gewesten samenwerkingsakkoorden af te sluiten waardoor het mogelijk is om gezinnen die geconfronteerd worden met hoge huurgelden te ondersteunen. Het zijn een aantal voorbeelden van de hervormingen die we in de huurproblematiek wil doorvoeren. Hervormingen zijn belangrijk. Dat zien we nu ook in de energiesector. Na de remedies van de Europese Commissie en de bijkomende toezeggingen aan de federale regering door Suez zal het energielandschap er in de toekomst volledig anders uitzien. Op de elektriciteitsmarkt zullen er drie producenten zijn: Suez-GDF, SPE, en de plaats voor een derde speler staat nog open. Op de gasmarkt gaan we van één naar twee grote spelers. Er zullen meer partners dan vandaag kunnen zorgen voor de energiebevoorrading van ons land. Bovendien werd afgesproken dat de prijzen voor elektriciteit niet stijgen tot de volledige liberalisering van de markt is doorgevoerd. We hebben er dus voor gekozen om eerst concurrentie toe te laten en daarna pas de prijzen los te laten, in plaats van eerste de prijzen los te laten en dan te liberaliseren. Geachte collega's, Tegen zij die nog steeds vinden dat hervormingen niet zo belangrijk zijn of die er angst voor hebben, zeg ik: kijk naar de politiehervorming. Ik hoor niemand nog tegenspreken dat de politiehervorming geslaagd is. Ik hoor evenmin nog iemand tegenspreken dat de criminaliteit in ons land gedaald is, sterk gedaald is. En dat is dankzij de duizenden politiemensen in dit land. Ik wil de politie daar vandaag ook voor feliciteren en bedanken. Verandering is nooit gemakkelijk. Maar vandaag staat onze nieuwe politie er. En we zullen de nieuwe politie blijven versterken en bijsturen. Net zoals we ook de civiele veiligheid zullen reorganiseren. Ook in justitie voeren we talloze hervormingen door. Voor de toegang tot justitie, de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en de modernisering zullen we nieuwe middelen vrijmaken. Inzake strafrechtelijk beleid zullen we verder blijven investering in alternatieven voor celstraffen, met name via de uitbreiding van het elektronisch toezicht waarbij zopas het cijfer van 600 werd overschreden en de verhoging van de werkstraffen. De aanwerving van nieuwe penitentiaire agenten zal het mogelijk maken de veiligheid te verhogen van onze inrichtingen. Maar we gaan de veroordeelden ook beter opvolgen met het oog op een betere bescherming van de maatschappij en de regeling van de herinschakeling. De strafuitvoeringsrechtbanken zullen in werking treden vanaf februari 2007. Dat is een belangrijk moment. Ze zullen bijdragen tot een grote coherentie binnen het strafuitvoeringsbeleid en zullen bovendien verantwoordelijk zijn voor de terbeschikingstelling van sommige categorieën van misdadigers die een hoog veiligheidsrisico vertegenwoordigen. Er komen ook extra maatregelen voor gevangenen die een blijvend risico vormen. Seksuele delinquenten zullen vanaf het moment dat ze in de gevangenis zitten, verplicht worden om een behandeling te volgen. En ook na hun straf zullen ze blijvend opgevolgd worden. Ook de geïnterneerden zullen aan de strafuitvoeringsrechtbanken toevertrouwd worden. Die zullen zorgen voor meer en betere therapie. Medium en low risk geïnterneerden komen terecht in zorgtrajecten die we op regionaal niveau willen uitbouwen. High risk geïnterneerden blijven in de instellingen voor sociaal verweer waarvan er twee nieuwe komen in Gent en Antwerpen. Op die manier willen we onze samenleving in de nabije toekomst beter beschermen. Mijnheer de voorzitter, Geachte collega's, Toch is er ook een fenomeen waar politie en justitie weinig aan kan doen. Omdat het een maatschappelijk fenomeen is. Namelijk de toenemende agressie. Ondanks de dalende criminaliteitscijfers, gaan de cijfers van agressie omhoog. Doodslag neemt toe. Racisme neemt toe. Fysiek geweld neemt toe. Achter die cijfers van toenemend geweld, zitten mensen, zitten onschuldige slachtoffers. Dat hebben enkele gebeurtenissen van het afgelopen jaar op verbijsterende wijze duidelijk gemaakt. De racistische en moorddadige schietpartij in Antwerpen. De onzinnige moord op Joe Van Holsbeek De brutale dood van de Luikse meisjes Stacy en Nathalie, om er enkele te noemen. We hadden het gevoel dat we in een andere, een hardere wereld wakker werden. Een wereld die niet de onze leek. We vroegen ons af hoe dit in een land als het onze mogelijk was? Een deel van het antwoord ligt bij elk van onszelf. We leven in een complexe wereld. Toch horen we steeds meer simplistische antwoorden. Slogans, zonder nuances. Het heeft elk van ons wel eens verleid. Maar het is een politiek zwaktebod. Met diepe polarisaties als gevolg. Laat ons daar mee stoppen. Mensen hebben genoeg van de polarisaties. Van het beschuldigen van andere groepen. Vlamingen tegen Franstaligen. Franstaligen tegen Vlamingen. Autochtonen tegen allochtonen. Allochtonen tegen autochtonen. Oude Europese lidstaten tegen nieuwkomers in Europa. Europeanen tegen Amerikanen En omgekeerd. Beschuldigingen zijn gemakkelijk. Ofwel beweert men dat anderen niet genoeg werken en lui zijn. Ofwel beweert men dat ze ons werk komen afnemen. En wat horen we nog niet allemaal. Beschuldigingen zijn gemakkelijk, en gevaarlijk. Ze verstarren de geest, ze verblinden de rede. Ze maken van onze open samenleving, een gesloten samenleving. Een samenleving gericht op het verleden. Een samenleving die niet past bij ons land. Ons land heeft immers een traditie van openheid, van engagement, van een gerichtheid op de toekomst. Dat is wat ons land heeft groot gemaakt, dat is wat ons land moet blijven. Niet waar je vandaan komt, maar waar je naar toegaat, telt. Niet je afkomst is belangrijk, maar je toekomst. Dat is waar deze regering voor staat. Wij willen de mensen niet voorhouden dat we de toekomst kunnen tegenhouden. Want dat kunnen we niet. We kunnen de informatierevolutie niet tegenhouden. We kunnen de globalisering niet tegenhouden. We kunnen de internationalisering niet tegenhouden. Maar wat we wel kunnen is ons op de toekomst voorbereiden. Mensen sterker maken zodat ze bij alle veranderingen rechtop blijven staan. Dat is wat we de voorbije jaren hebben gedaan. En dat is wat we zullen blijven doen. Ik dank u.