Bestuurlijke handhaving van openbare overlast, openbare ordeverstoring en criminaliteit
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon en minister van Justitie Koen Geens een voorontwerp van wet goed rond de bestuurlijke handhaving van openbare overlast, openbare ordeverstoring en criminaliteit.
Overeenkomstig het regeerakkoord voorziet het voorontwerp om de handhavingsbevoegdheden van de lokale besturen in het kader van de openbare orde gevoelig te verhogen, maar wil tegelijkertijd ook een wettelijke basis creëren om de burgemeester ondubbelzinnig bevoegdheden te geven in de strijd tegen gemeenrechtelijke en georganiseerde criminaliteit, meer bepaald de ondermijnende criminaliteit.
De uitbatingsvergunning van instellingen die toegankelijk zijn voor het publiek wordt in de nieuwe gemeentewet verankerd, samen met de mogelijkheid om een administratief onderzoek te voeren naar de aanvrager van de uitbatingsvergunning en/of de verantwoordelijken voor de uitbating. Dit administratief onderzoek omvat een moraliteitsonderzoek en een financieel onderzoek. De vergunning kan worden geweigerd indien blijkt dat er sterke aanwijzingen zijn dat criminele feiten gepleegd gaan worden, dat de uitbating geniet van al dan niet financiële voordelen uit gepleegde criminele feiten of dat de aanvrager/verantwoordelijke verbonden is met strafbare feiten.
Daarnaast worden de sluitingsbevoegdheden uitgebreid. De maximumsluitingsduur wordt uit de drugswet geschrapt. Deze wordt vervangen door een sluiting waarvan de burgemeester de duur bepaalt. Er moet, in voorkomend geval, steeds een driemaandelijkse evaluatie plaatsvinden. Daarbij worden de gerechtelijke instanties op voorhand geconsulteerd en heeft de verantwoordelijke steeds het recht om gehoord te worden in zijn verdedigingsmiddelen.
Om de maatregelen die de burgemeester oplegt in het kader van zijn bevoegdheden inzake bestuurlijke politie beter te kunnen afdwingen, worden aan de nieuwe gemeentewet (NGW) en aan wet rond de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet) twee nieuwe bestuurlijke dwangmaatregelen toegevoegd, namelijk de bestuurlijke dwangsom en de bestuurlijke verzegeling. Ook het plaatsverbod wordt aangepast om de burgemeester de nodige flexibiliteit te geven in het opleggen van een plaatsverbod, naar gelang de feiten en omstandigheden. Een vernieuwing van het plaatsverbod is niet meer mogelijk.
Tenslotte is de burgemeester bevoegd om maatregelen te nemen in het kader van de strijd tegen ondermijnende criminaliteit, om te vermijden dat een strikte lezing van de openbare orde (waarmee de materiële openbare orde wordt bedoeld) zou verhinderen dat een burgemeester bepaalde maatregelen neemt tegen fenomenen die geen onmiddellijk effect hebben op die openbare orde.
Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.