Civiele veiligheid: financiering van de brandweerdiensten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de verhouding op 31 december 2007 tussen de middelen van de gemeenten en de federale overheid, alsook de inkomsten- en uitgavenposten die in aanmerking worden genomen om deze verhouding te berekenen.
De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid bepaalt dat zolang de verhouding tussen de middelen die voor de toepassing van deze wet worden voorzien door de gemeenten en federale overheid niet gelijk is aan één, de gemeenten van een zone, samen, in reële termen niet meer zullen bijdragen dan hun actuele bijdrage.
Om deze bepaling uit te voeren, bepaalt het ontwerp van koninklijk besluit bijgevolg:
- de verhouding van de gemeentelijke uitgaven voor de brandweerdiensten enerzijds en de federale uitgaven anderzijds op 31 december 2007
- de inkomsten- en uitgavenposten die het mogelijk maken deze verhouding te bepalen op 31 december 2007, maar ook voor de toekomst
De beginselen voor de berekening van de bovengenoemde ratio na 2007 zijn eveneens als volgt in het ontwerp van koninklijk besluit opgenomen:
- de gemeenten mogen niet méér bijdragen dan ze op 31 december 2007 deden, het element van de breuk dat overeenkomt met de uitgaven van de gemeenten blijft vast, met dien verstande dat de bedragen worden geïndexeerd om rekening te houden met de monetaire evolutie
- de verhouding zal vóór elke federale verkiezing worden berekend
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de verhouding op 31 december 2007 tussen de middelen van de gemeenten en de federale overheid, alsook de inkomsten- en uitgavenposten die in aanmerking worden genomen om deze verhouding te berekenen, in toepassing van artikel 67, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid