13 jul 2018 16:03

Definitie van de plaatsen met bijzonder veiligheidsrisico waar vaste camera's mogen worden opgesteld

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon en minister van Justitie Koen Geens een ontwerp van koninklijk besluit goed met betrekking tot de installatie van tijdelijke vaste camera's in bepaalde besloten plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn. 

De wet van 21 maart 2018 heeft het wettelijke kader dat politiediensten toelaat om vaste, tijdelijk vaste en mobiele camera’s te plaatsen en te gebruiken bij de uitvoering van hun opdrachten ingevoegd in de wet op het politieambt (WPA). De politie mag vaste en tijdelijke vaste camera’s installeren in bepaalde voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, te weten in de luchthavens, havenfaciliteiten, stations van het openbaar vervoer, evenals in plaatsen die door hun aard aan een bijzonder veiligheidsrisico onderhevig zijn.

Het ontwerp duidt twee soorten locaties aan die, door hun aard, een bijzonder veiligheidsrisico inhouden: 

  • de plaatsen waar evenementen van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, commerciële of sportieve aard worden georganiseerd, beschouwd als grote volkstoelopen in de zin van artikel 22 van de wet op het politieambt, en dit tijdens de duur van het evenement, indien een risicoanalyse aantoont dat de gebeurtenis een bijzonder risico stelt voor de openbare veiligheid, op grond van verschillende criteria
  • de hoven en rechtbanken, en andere plaatsen waar een rechtsgeding wordt gehouden, indien een risicoanalyse aantoont dat dit rechtsgeding een bijzonder risico betekent voor de openbare veiligheid omwille van verschillende criteria

De inzet van tijdelijk vaste politiecamera’s op deze plaatsen laat toe om: 

  • de inzet van de politiemiddelen te ondersteunen
  • beter te reageren op volkstoelopen, massacompressie in het kader van crowd management 
  • proactief en reactief in te spelen op incidenten
  • bewijsmateriaal te verzamelen

Het ontwerp wordt voorgelegd aan de Raad van Burgemeesters en de Gegevensbeschermingsautoriteit. Daarna wordt het voor advies overgemaakt aan de Raad van State. 

Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 25/3, §1, 2°, b) van de wet op het politieambt