23 jun 2006 17:00

Europese octrooien

Herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien

Herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien

De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed houdende goedkeuring van de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, gedaan in München op 29 november 2000. Het verdrag is beter bekend onder de benaming Europees Octrooiverdrag (EOV). Hij keurde ook een voorontwerp van wet goed houdende diverse bepalingen over de procedure voor het indienen van Europese octrooiaanvragen en over de gevolgen van die aanvragen en van de Europese octrooien in België. Die Akte werd aangenomen door de diplomatieke Conferentie van de Verdragsluitende Staten die partij zijn bij het Octrooiverdrag, die plaatsvond te München van 20 tot 29 november 2000. Beide voorontwerpen zijn een voorstel van Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht en Minister van Economie Marc Verwilghen. Dankzij het Europees Octrooiverdrag van 5 oktober 1973 kan iedereen via een eenmalige procedure in bepaalde of alle lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie een uitvindingsoctrooi bekomen. Die organisatie is een intergouvernementele organisatie die zelfstandig is ten opzichte van de instellingen van de Europese Gemeenschap. Ze telt eenendertig lidstaten, waaronder de landen van de Europese Unie. Het Europees Octrooibureau (EOB) is haar uitvoerend orgaan dat de Europese octrooien verleent. Het ontvangt jaarlijks ongeveer 170 000 Europese en internationale octrooiaanvragen. Daarvoor heeft het meer dan 6 000 medewerkers en een budget van meer dan een miljard euro. Het Europees Octrooibureau is volledig autonoom op financieel vlak en haalt zijn inkomsten uit proceduretaksen en taksen voor de instandhouding van de octrooien. De bedoeling van de herziening is om: - een snel en efficiënt verloop van de procedures voor het EOB te waarborgen, door een aantal bepalingen inzake procedurepunten over te hevelen van het verdrag naar zijn uitvoeringsreglement. - betere juridische waarborgen aan de gebruikers van het Europees octrooistelsel te geven: Dankzij een gecentraliseerde procedure die het octrooi beperkt of heroept kan de houder op eigen initiatief de omvang van de gevraagde bescherming verminderen en zo vermijden dat er geschillen over de geldigheid ontstaan. De Grote Kamer van Beroep kan de beslissingen van de kamers van beroep van het Europees Octrooibureau opnieuw onderzoeken, indien men een fundamentele tekortkoming in de beroepsprocedure vaststelt of indien een strafbaar feit een weerslag op de beslissing kan hebben. - de institutionele werking van de Europese Octrooiorganisatie te verbeteren en haar integratie in de internationale en communautaire omgeving te bevorderen; Om de vijf jaar zal er een interministeriële conferentie plaatsvinden om te benadrukken dat de Europese Octrooiorganisatie en het Europees Octrooibureau in een politieke context handelen. Die ministeriële conferentie zal doelstellingen en richtsnoeren voor de organisatie kunnen bepalen. Voortaan zal een en dezelfde onderzoeker de taken voor het nieuwheidsonderzoek (inventaris van de elementen om de stand van de techniek te identificeren in het domein dat door de octrooiaanvraag wordt bedoeld) en de taken voor het octrooieerbaarheidsonderzoek (beoordeling van de naleving van de octrooieerbaarheidscriteria) verrichten. De Raad van Bestuur van de Organisatie krijgt de bevoegdheid om het Verdrag aan te passen aan de internationale verdragen en aan de wettelijke bepalingen van de Europese Gemeenschap inzake octrooien. Er is in een juridisch kader voorzien waardoor de lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie overeenkomsten kunnen sluiten die een gemeenschappelijke rechtsmacht tot stand brengen. Die is bevoegd om de geschillen te beslechten over inbreuken en over de geldigheid van Europees octrooien. De overeenkomsten kunnen ook bepalen dat men afziet van de vertaling van de Europese octrooi in de officiële talen van de Staat op wiens grondgebied de bescherming wordt gevraagd. - de basisvoorwaarden voor de octrooieerbaarheid te verbeteren, door een bepaling in te voeren waardoor men opeenvolgende therapeutische toepassingen via een octrooi kan beschermen. De voorontwerpen worden voor advies van de Raad van State voorgelegd.