03 dec 2010 11:08

Federaal openbaar ambt

Toelage voor de kennis van een andere taal dan één van de drie landstalen

Toelage voor de kennis van een andere taal dan één van de drie landstalen

De ministerraad heeft een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat aan de personeelsleden van het federaal openbaar ambt een toelage toekent voor de kennis van een andere taal dan één van de drie landstalen. Het ontwerp van minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven Inge Vervotte voert het sectoraal akkoord 2009-2010 uit.

Het is de bedoeling om de kennis van een vreemde taal aan te moedigen wanneer  die nodig is voor de dienst of de functie. Houders van een management- of staffunctie en de houders van functies waarvoor de aanwerving of indienstneming onderworpen is aan de kennis van een vreemde taal komen niet in aanmerking voor de toelage.

De leidende ambtenaar moet bepalen voor welke functies en diensten een dergelijke kennis nodig is en moet die motiveren.

Om de coherentie te verzekeren en eventueel verbeteringen aan te brengen, worden de diensten verzocht jaarlijks de FOD Personeel & Organisatie in te lichten over de toelagen voor de kennis van een vreemde taal die ze tijdens het voorbije jaar hebben toegekend.

De erkenning van de beheersing van een vreemde taal gebeurt volgens twee complementaire methodes:

  • door de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde wanneer het personeelslid beschikt over diploma's of getuigschriften van het vereiste niveau,
  • door Selor, in de overige gevallen.

In het laatste geval zal het getuigschrift op verzoek van de leidende ambtenaar slechts betrekking kunnen hebben op de schriftelijke productie of op de mondelinge kennis (productie en interactie).

De kennis van een gebarentaal wordt gelijkgesteld met mondelinge communicatie (productie en interactie).

Het vereiste niveau is dat van de voldoende kennis in het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966. Het Europees referentiekader voor talen situeert dit op het niveau B2.

De toelage wordt per vreemde taal vastgesteld op de helft van de hoogste toelage voor tweetaligheid: 47,50 euro voor het jaar 2010 en 55 euro vanaf 2011. In geval van cumulatie van toelagen wordt het totale bedrag van de toelagen beperkt tot het volledige bedrag van de voormelde toelage voor tweetaligheid.