20 jun 2020 10:31

Goedkeuring van de nieuwe leningsovereenkomsten van het Internationaal Monetair Fonds

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Alexander De Croo een voorontwerp van wet goed dat de nieuwe leningsovereenkomsten van het Internationaal Monetair Fonds goedkeurt.

Het voorontwerp keurt de beslissing goed die de raad van bestuur van het Internationaal Monetair Fonds op 16 januari 2020 nam omtrent de amendering van de nieuwe leningsovereenkomsten (NLO).

Het gaat om de uitvoering van een internationale overeenkomst waarvan de ratificatie door alle deelnemende landen aan de NLO naar verwachting voor 31 december 2020 zal afgerond zijn. De COVID-19-crisis en de daarmee gepaard gaande economische impact rechtvaardigen ook een snelle goedkeuring, zodat het IMF over voldoende middelen blijft beschikken om zijn leden bij te staan.

Het totale bedrag van de middelen van het IMF bestaat uit drie zogenaamde ‘defensielijnen’: de quota, de Nieuwe Leningsovereenkomsten (NLO) en de Bilaterale Leningsovereenkomsten (BLO). De raad van bestuur van het IMF keurde op 16 januari 2020 de uitgebreidere en vernieuwde NLO formeel goed. De vernieuwing voor een periode van vijf jaar biedt voldoende tijd om tegen eind 2025 een akkoord te bereiken over een quotaverhoging binnen het kader van de 16de quotaherziening.

De Belgische bijdrage aan de nieuwe NLO bedraagt 7.988,66 miljoen STR (speciale trekkingsrechten), wat een verdubbeling is van de huidige NLO-bijdrage van 3.994,33 miljoen STR. Het IMF werkt momenteel eveneens aan een nieuwe periode voor de BLO: die zou ingaan op 1 januari 2021 en tot eind 2024 lopen (volgens het 3+1 jaar-principe). Het is de opzet dat België hieraan opnieuw deelneemt voor een maximaal bedrag van 9,99 miljard euro met de provisie dat dit bedrag verminderd wordt tot 4,304 miljard euro indien België aan de vernieuwde NLO participeert voor bovenvermeld bedrag van 7.988,66 miljoen STR. 

De verplichtingen die België zal aangaan in het kader van de geamendeerde NLO zullen worden uitgevoerd door de Nationale Bank van België met haar eigen middelen, onder staatsgarantie.

Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.