28 jul 2017 21:11

Hervorming van de civiele bescherming

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon twee ontwerpen van koninklijk besluit goed in verband met de hervorming van de civiele bescherming.

Een nieuw koninklijk besluit bevestigt de organisatie van de Civiele Veiligheid op twee complementaire niveaus: de hulpverleningszones voor de dringende lokale opdrachten en de Civiele Bescherming voor de gespecialiseerde of langdurige nationale opdrachten.

De hervorming van de brandweer van 2014 leidde tot de creatie van 34 hulpverleningszones. Deze zones kunnen vandaag alle dringende opdrachten uitvoeren die hen toegewezen zijn in de reglementering,  alleen of met versterking van andere naburige zones.

De Civiele Bescherming zal op haar beurt haar organisatie aanpassen om een meer gespecialiseerde hulpdienst te worden met opdrachten die complementair zijn aan deze van de hulpverleningszones.

Vanaf 1 januari 2019 zullen bepaalde hulpverleningszones die tot op heden versterking kregen van de Civiele Bescherming omwille van de locatie van de eenheden, naar het voorbeeld van de andere zones, de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de burgers op lokaal niveau op zich nemen. De opdrachten van de Civiele Bescherming zullen zich richten op gespecialiseerde ondersteuning en langdurige opdrachten.

Civiele Bescherming: gespecialiseerde opdrachten, opgewaardeerd personeelsstatuut en gegroepeerde eenheden

In het verlengde van de investeringen van de voorbije jaren zullen de ondersteuningsopdrachten van de Civiele Bescherming opgesplitst worden in drie groepen:

  • CBRN (Chemisch, Bacteriologisch, Radiologisch en Nucleair): beheer van de complexe Seveso-incidenten, decontaminatie, gespecialiseerde bestrijding van vervuiling;
  • Search and Rescue: B-Fast-missies, duikers, redders bij overstromingen, USAR (Urban search and Rescue), hondengeleiders en opsporing van vermiste personen ter ondersteuning van de politie;
  • Heavy Support en Crisis Management: zware blusmiddelen, waterbevoorrading over lange afstand, zware pompwerkzaamheden, bestrijding van overstromingen, ondersteuningsinfrastructuur voor het crisisbeheer op provinciaal of federaal niveau.

De uitvoering van de hervorming zal ook de organisatie van de Civiele Bescherming wijzigen:

  • Per gewest zal er een expertisecentrum operationeel zijn (Crisnée en Brasschaat), in plaats van de huidige zes eenheden.
  • Het administratief en geldelijk statuut van het personeel zal opgewaardeerd worden, om aan te sluiten bij dat van de brandweerlieden, waarbij de mobiliteit tussen de 2 organisaties vergemakkelijkt wordt en waarbij de arbeidstijd aangepast wordt aan de specificiteiten van de tweelijnsopdrachten.

Hulpverleningszones: een overgang op maat

Om de overgang voor de betrokken sites voor te bereiden, zal er een taskforce worden opgericht, per site, bestaande uit vertegenwoordigers van het federaal en lokaal niveau. Deze taskforce zal:

  • het overgangsproces begeleiden om oplossingen op maat uit te werken
  • de modaliteiten van een eventuele eigendomsoverdracht van de sites, gebouwen en materiaal uitwerken
  • waken over het gegarandeerde veiligheidsniveau en waken over een gegarandeerde dienstverlening m.b.t. ambulance- en/of brandweerdiensten
  • een aangepaste overgangsregeling voor alle personeelsleden, met een financiële ondersteuning tijdens de overgangsperiode

De keuze van de eenheden van Crisnée en Brasschaat heeft ook gevolgen voor twee federale opdrachten met een lokale impact: de bestrijding van vervuiling op de Noordzee en de hulpverlening bij de SHAPE. Deze opdrachten worden gedelegeerd aan de hulpverleningszones van West-Vlaanderen en Hainaut-Centre die kunnen rekenen op extra personeel en een specifieke dotatie.