Hervorming van de Raad van State: werkingsmodaliteiten van het nieuwe elektronische platform
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Bernard Quintin een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van de elektronische procesvoering voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De hervorming van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State werd in 2023 aangevat, onder andere door de goedkeuring van de wet van 11 juli 2023 tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Een van de belangrijkste doelstellingen van deze hervorming was het inkorten van de doorlooptermijn van de procedures, onder meer om de rechtszekerheid te versterken.
De Raad van State kreeg onlangs extra budgettaire middelen om zijn elektronisch platform te herontwikkelen. Het platform dateert immers van februari 2014 en er zijn tal van aanpassingen nodig om de veiligheid, de functionaliteit en de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren. Hoewel het huidige platform over het algemeen aan de verwachtingen voldoet, moeten ook bepaalde tekortkomingen worden verholpen.
De Raad van State heeft zich in dit kader ingezet voor de oprichting van een nieuw elektronisch platform, dat veiliger, moderner en gebruiksvriendelijker is, om zo over een efficiënt instrument te beschikken dat in staat is om een groot aantal verzoekschriften te verwerken. Hierbij is gebleken dat voor de oprichting van dit elektronische platform, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe technieken en een groter aantal persoonsgegevens wordt verwerkt, een duidelijke rechtsgrond in de gecoördineerde wetten van de Raad van State moet worden opgenomen.
Daartoe herstelt het voorontwerp, dat in eerste lezing werd goedgekeurd in de Commissie van de Kamer, artikel 31bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Deze opnieuw ingevoerde bepaling maakt het zo mogelijk om te voldoen aan de vereiste dat de verwerking van persoonsgegevens door het gebruik van elektronische procedures wettig is. Het breidt ook de verplichting voor advocaten en administratieve overheden om gebruik te maken van de elektronische procedure uit tot alle beroepen die worden ingesteld bij de Raad van State. Ten slotte machtigt het de Koning expliciet om de modaliteiten van de werking van het elektronische platform te preciseren.
Het ontwerp van koninklijk besluit specificeert de werkingsmodaliteiten van het elektronische platform en wordt ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en aan de Raad van State.