Instemming met tijdelijke economische partnerschapsovereenkomsten tussen Ivoorkust en Ghana, en de EU
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse en Europese Zaken Didier Reynders twee voorontwerpen van wet goed die instemmen met een tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds, en respectievelijk Ivoorkust en Ghana anderzijds.
Door de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomsten (EPO) met Ivoorkust en Ghana hebben producten uit deze landen nu vrije toegang tot de Europese markt. Wel is het zo dat de partijen hun verbintenis ten opzichte van de regionale EPO met West-Afrika handhaven en dat deze EPO, na goedkeuring, in de plaats komt van de tijdelijke EPO.
De tijdelijke EPO is een handels- en ontwikkelingsovereenkomst die de vrije toegang tot de Europese markt van producten garandeert, met de bedoeling de economische groei te ondersteunen via handel, investeringen en tewerkstelling. De tijdelijke EPO stelt eveneens een institutioneel partnerschap in tussen Ivoorkust en Ghana, en de EU voor handelsvraagstukken. De Europese Unie en de twee landen bevestigen echter ook hun verbintenis ten opzichte van de regionale EPO met West-Afrika.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Voorontwerp van wet houdende instemming met de Tijdelijke Economische Partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, gedaan te Abidjan, op 26 november 2008, respectievelijk Brussel, op 22 januari 2009
Voorontwerp van wet houdende instemming met de Tijdelijke Economische Partnerschapsovereenkomst tussen Ghana, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds, gedaan te Brussel, op 28 juli 2016