23 jul 2020 09:51

Monitoring van de OCMW’s: eerste tendensen

Vanaf het begin van de COVID19-pandemie heeft de POD Maatschappelijke Integratie een monitoringsysteem opgezet om de noden in kaart te brengen van de OCMW's die geconfronteerd worden met de gevolgen van deze crisis. De eerste trends bevestigen de noodzaak van de sociale maatregelen die door de federale regering en de uitgebreide Kern genomen werden.

Minister van Maatschappelijke Integratie Denis DUCARME: "Deze coronaviruscrisis is de ergste die ons land heeft meegemaakt sinds de Tweede Wereldoorlog. Ik wil daarom graag wijzen op het uitzonderlijke werk van de vele verenigingen en de OCMW's in deze moeilijke periode. De eerste trends van de door de POD Maatschappelijke Integratie opgezette monitoring bevestigen dat de tot nu toe genomen maatregelen noodzakelijk waren. We moeten echter uiterst alert blijven voor de verdere ontwikkelingen en de situatie op de voet blijven volgen. Daarom moet volgens mij het relanceplan zowel een economisch als een sociaal plan zijn. »  

Dankzij de inspanningen van de OCMW’s, voedselbanken en andere organisaties, werd tijdens de eerste maanden van de crisis aan een groot aantal mensen hulp geboden. Om de toestroom van deze nieuwe aanvragen op te vangen, had de POD MI waar mogelijk de regelgeving en termijnen versoepeld zodat de OCMW’s zo veel mogelijk personen in nood konden helpen. In tussentijd werkten de armoede-experts van de federale overheidsdienst op initiatief van de Ministers Ducarme en Muylle aan een pakket maatregelen om de toestroom van hulpzoekenden, zowel vandaag als in de cruciale maanden die nog zullen volgen, het hoofd te kunnen bieden.

Resultaten van de enquête

187 van de 580 OCMW’s namen na onze oproep onmiddellijk vrijwillig deel aan de eerste editie van de enquête die de overheidsdienst maandelijks herhaalt. In totaal vertegenwoordigen de eerste deelnemers meer dan de helft (55%) van het alle leefloners in België. De POD MI verwacht dat nog meer OCMW’s zich zullen aansluiten op de enquête en zo nog meer data ter beschikking te kunnen stellen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste vaststellingen.

Maand

Januari 2020

Februari 2020

Maart 2020

April 2020

Totale Stijging

Aantal leefloners

148486

149499 (+0,7%)

151872 (+1,6%)

153278 (+0,9%)

 

+3,2%

Aantal personen die beroep doen op maatschappelijke hulp en dienstverlening

148817

150822  (+1,3%)

146094

(-3,1%)

153278 (+4,9%)

 

+3,0%

Aantal personen die een beroep doen op de voedselhulp

39311

40083

(+2,0%)

54044

(+34,8%)

59972

(+11%)

 

+52,6%

In het eerste kwartaal van 2020 observeren we een stijging van 3,2% meer leefloners. Dit is hoger dan de stijging die de Studiedienst van de POD MI bij aanvang van 2020 vooropstelde en zal zich wellicht nog verder doorzetten in de data van de maanden die volgen.

Ook steeg het aantal personen die beroep doen op maatschappelijke hulp en dienstverlening volgens de enquête met 3,0% in het eerste kwartaal van 2020. Dit zijn andere financiële en of materiele hulpverleningen waarvoor de federale overheid niet bevoegd is om tussen te komen. (Schuldbemiddeling, onbetaalde facturen, ...).

In het eerste kwartaal van 2020 noteren we een stijging van 52,6% van het aantal personen die beroep doen op de voedselbanken via de OCMW’s.

Een belangrijke uitbreiding van de genomen maatregelen

  • De toelage van 15 miljoen voor de OCMW’s om de eerste hulpaanvragen op te vangen, wordt opgetrokken tot 125 miljoen euro. 10 miljoen euro daarvan wordt opzij gezet om tussen te komen in de vele werkings- en investeringskosten van de OCMW’s. De organisaties kunnen deze middelen zowel in 2020 als in 2021 inzetten.
  • De toelage van 3 miljoen euro om de meest kwetsbare personen de kans te geven om in hun voedsel- en andere basisbehoefte te voorzien, wordt opgetrokken tot 6 miljoen euro. OCMW’s kunnen deze toelage blijven aanwenden voor de bedeling van voedselpakketten, de bedeling van kant-en-klare maaltijden of voor de uitreiking van aankoopbonnen voor voeding.
  • De Federale Overheid verhoogt haar tussenkomst in de terugbetaling van het leefloon aan de OCMW’s met 15%.
  • Een tijdelijke premie van 50 euro wordt aan de leefloners toegekend gedurende 6 maand.
  • Om de economie te helpen wordt het loon dat een betrokkene ontvangt bij een tewerkstelling in een vitale sector tijdelijk niet in aanmerking genomen bij de berekening van het (aanvullend) leefloon.
  • Beurs- en niet-beursstudenten kunnen tijdelijk gelijkgesteld worden bij het toepassen van de SPI-vrijstelling.