Herziening van de wet over de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon een voorontwerp van wet goed dat de wet van 21 maart 2007 grondig herziet over de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's.
Het doel van het voorontwerp van wet is om de camerawet van 2007 te wijzigen om tegemoet te komen aan bepaalde vragen en moeilijkheden die zich in de praktijk stelden (definitie van de plaatsen, toepassingsgebied, conflictsregel, toegangsaanvraag...), maar ook om de wet aan te passen aan de actualiteit (mobiele en intelligente bewakingscamera's) of om bijzondere regels te bepalen voor de meer gevoelige plaatsen. De camera's van de politiediensten werden uit het toepassingsgebied van deze wet gehaald om ze in de wet op het politieambt in te voegen.
Het voorontwerp van wet heeft ook tot doel het meldingssysteem aan te passen aan de wijzigingen die op Europees niveau zijn opgetreden: de bewakingscamera's moeten niet meer worden gemeld aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De melding aan de korpschef daarentegen blijft wel behouden.
Het voorontwerp van wet maakt het, in situaties waarin dit is gerechtvaardigd door de aard van de plaats en het risico voor de veiligheid, mogelijk om:
- de beelden langer te bewaren (drie maanden in plaats van één)
- de perimeter van een plaats te filmen
- aan de politiediensten in real time toegang te verlenen tot de beelden
Het voorontwerp van wet werd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer voorgelegd. Het wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.