Wijzigingen inzake het bestuur van overheidsopdrachten en concessies
De ministerraad keurt een ontwerp van koninklijk besluit goed dat erop gericht is de samenstelling en de werking van het Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies te regelen, alsook om een aantal wijzigingen door te voeren op het vlak van de monitoring en/of transparantie van overheidsopdrachten.
Elke lidstaat moet de toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten en concessies laten controleren door de daartoe bevoegde instanties. De resultaten van deze monitoringactiviteiten moeten elke drie jaar worden gepubliceerd en doorgestuurd naar de Europese Commissie in een toezichtrapport. De FOD Kanselarij van de Eerste Minister, Dienst Overheidsopdrachten, werd aangeduid als aanspreekpunt voor de samenwerking met de Europese Commissie in dat verband. Het ontwerp van koninklijk besluit regelt nu de samenstelling van het Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies, dat de FOD Kanselarij van Eerste Minister zal bijstaan in het kader van de opmaak van het toezichtrapport.
Vervolgens regelt het ontwerp ook de inhoud van de vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht en voert het een aantal andere technische aanpassingen door die gericht zijn op een efficiënte monitoring, onder meer op het vlak van de KMO-participatie. Vooreerst is het van belang om niet alleen te beschikken over de naam of de handelsnaam van de inschrijvers, maar ook over hun identificatienummer. Wat de Belgische inschrijvers betreft, komt dit overeen met het ondernemingsnummer dat wordt toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen. De opgave van deze nummers in het proces-verbaal van de opening van de offertes wordt dan ook verplicht. Dit is eveneens het geval voor de inlichtingen die opgenomen staan in de aankondiging van gegunde opdracht, alsook voor de vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht.
Er werd daarnaast toegevoegd dat de gegevens die in het proces-verbaal van opening van de offertes moeten vermeld staan, door de aanbestedende overheid doorgestuurd moeten worden naar de FOD BOSA.
Vervolgens worden de FOD’s, de POD’s en het Ministerie van Landsverdediging opgedragen om, telkens wanneer dit mogelijk is, de gunningscriteria in de aankondiging van de opdracht op te nemen om zo de monitoring van de gunningscriteria te faciliteren en de transparantie te bewerkstelligen. De federale aanbestedende overheden zullen er eveneens mee belast worden informatie mee te geven in verband met eventuele voorafgaande marktconsultaties en intellectuele eigendomsrechten. Deze informatie zal opgegeven moeten worden in een elektronisch formulier dat daartoe opgemaakt zal worden door de FOD Beleid en Ondersteuning.
Tot slot wordt voorzien, wat de aankondiging van gegunde opdracht betreft, dat het niet volstaat om ofwel de waarde van de begunstigde offerte in te geven, dan wel de waarde van de laagste en hoogste offerte. Beide types inlichtingen zullen opgegeven moeten worden, in lijn met wat voorzien is in de nieuwe standaardformulieren (uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/1780 van de Commissie van 23 september 2019 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1986).
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.