Asiel en migratie: bijdrage aan de materiële hulp in geval van professionele inkomsten
De ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor een ontwerp van koninklijk besluit goed betreffende de toekenning van materiële hulp aan de verzoekers om internationale bescherming met beroepsinkomsten en andere categorieën van inkomsten.
De opvangwet stelt dat een bewoner van een opvangcentrum moet bijdragen aan de materiële hulp indien hij professionele inkomsten heeft. Het huidige koninklijk besluit uit 2011 en de bijbehorende instructie uit 2013 zijn echter ontoereikend inzake controle en sanctionering om een correcte inning van de bijdragen te bekomen. Bovendien waren er grote verschillen in de toepassing van de instructie binnen het opvangnetwerk. In samenwerking met een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van enkele opvangcentra en opvangpartners (Rode Kruis en Croix Rouge), werd een nieuw ontwerp van koninklijk besluit uitgewerkt.
Dit zal het koninklijk besluit van 2011 vervangen met het oog op een effectievere en efficiëntere inning van de bijdrageplicht. Ook de bijdrageplicht zelf werd hervormd, waardoor het een eerlijk sluitstuk vormt op het activeringsbeleid. Belangrijk voor de nieuwe bijdrageregeling is dat ze de juiste incentives geeft en aan de volgende principes beantwoordt:
- de bijdrageregeling is efficiënt/eenvoudig te handhaven
- de bijdrageregeling wordt over het hele opvangnetwerk en voor alle werkende bewoners op dezelfde manier toegepast
- de bijdrageregeling zet de bewoner aan om zelf aangifte te doen van tewerkstelling en vrijwillig bij te dragen
- de bijdrage mag geen rem zijn op activering
- het bedrag van de bijdrage is fair en kan gemakkelijk worden uitgelegd aan de bewoner, maar is ook verdedigbaar ten opzichte van de rest van de bevolking. De bijdrage is gericht op de kosten van opvang
- de controles gebeuren op centraal niveau (FHQ Fedasil)
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.