Omzetting van de Europese richtlijn betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van consumenten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Economie Pierre-Yves Dermagne een voorontwerp van wet goed dat de Europese richtlijn 2020/1828 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van richtlijn 2009/22/EG omzet in het Belgisch recht. In dit kader worden eveneens diverse wijzigingen van boeken I, XV en XVI van het Wetboek van economisch recht doorgevoerd.
De EU-richtlijn 2020/1828 verplicht de lidstaten een systeem van representatieve vorderingen te implementeren met het oog op zowel de staking van een gedrag als het herstel van een collectieve schade. Bovendien bepaalt de richtlijn dat de representatieve vorderingen moeten worden ingediend door bevoegde instanties die moeten voldoen aan de in de richtlijn vastgelegde erkenningsvoorwaarden, wat betreft grensoverschrijdende vorderingen.
Het voorontwerp van wet zorgt in de eerste plaats voor de omzetting van deze richtlijn door middel van de aanpassing van de collectieve stakingsvorderingen en collectieve herstelvorderingen die reeds zijn vastgelegd in boek XVII van het Wetboek van economisch recht. Zo wordt onder andere het toepassingsgebied van collectieve vorderingen uitgebreid, zijn de voorwaarden voor erkenning als bevoegde entiteit gewijzigd en worden bevoegde entiteiten op ad-hocbasis toegelaten.
Daarnaast voert het voorontwerp ook verdere aanpassingen door in het Wetboek van economisch recht om de bestaande collectieve vorderingen te verbeteren. Het gaat hier bijvoorbeeld om een versnelde behandeling van vorderingen tot collectief herstel.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.