Ambtenarenzaken: wijziging van het opleidingsrecht voor personeelsleden binnen het federaal administratief openbaar ambt
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter een ontwerp van koninklijk besluit en een ontwerp van omzendbrief goed in het kader van de groeistrategie en het investeringsplan voor permanente opleiding voor contractuele en statutaire personeelsleden binnen het federaal administratief openbaar ambt.
De wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen (de arbeidsdeal) regelt voor werknemers en werkgevers die vallen onder de CAO-wet een individueel opleidingsrecht voor werknemers in de privésector van vijf opleidingsdagen per jaar en een verplichting opgelegd aan werkgevers om een jaarlijks opleidingsplan op te maken voor hun werknemers. Deze wet is niet van toepassing op de contractuele en statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt.
Daarom wordt voorgesteld om het opleidingsrecht voor elke rijksambtenaar kwantitatief te gaan definiëren in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. Net als in de arbeidsdeal wordt voorzien dat elk statutair, stagedoend en contractueel personeelslid recht heeft op vijf opleidingsdagen per jaar en dit gemiddeld gezien over vijf jaar.
Via het ontwerp van omzendbrief wordt vervolgens de invulling van de opleidingsinspanning van gemiddeld vijf opleidingsdagen per jaar en per federaal personeelslid voor het federaal administratief openbaar ambt uiteengezet.
Het ontwerp van omzendbrief zal samen met het ontwerp van koninklijk besluit worden voorgelegd aan het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten.