Samenwerkingsakkoord met de Vlaamse Gemeenschap over de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Paul Van Tigchelt een ontwerp van samenwerkingsakkoord goed tussen de federale staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van personen verdacht of beschuldigd van, veroordeeld of geïnterneerd voor seksuele misdrijven.
Sinds midden jaren negentig namen de federale staat en de gemeenschappen verschillende wetgevende initiatieven en richtlijnen aan die tot doel hadden een wettelijk en reglementair kader te creëren om seksuele delinquenten te behandelen en te begeleiden, en de slachtoffers strafrechtelijk beter te beschermen. Op 8 oktober 1998 werd het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de Vlaamse Gemeenschap gesloten. Op federaal niveau werd dat goedgekeurd door de wet houdende instemming van 4 mei 1999.
In 2020 werd beslist om de samenwerkingsakkoorden te actualiseren, omdat de justitiehuizen bij de staatshervorming naar de gemeenschappen werden overgeheveld en omdat dat steeds dringender werd. Het voorliggende samenwerkingsakkoord heeft tot doel een kader te bieden waarbinnen de verschillende diensten voor de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik kunnen samenwerken. Deze samenwerking uit zich niet alleen op het terrein, maar ook op het vlak van beleidsontwikkeling. In het kader hiervan zijn de bevoegdheden immers verdeeld tussen de federale staat en de gemeenschappen. Door het samenwerkingsakkoord te ondertekenen, verbinden de bevoegde overheden zich ertoe steeds aandacht te besteden aan de broodnodige begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik en een samenhangend beleid in deze materie te verzekeren.
De ministerraad keurt overigens het voorontwerp van wet tot instemming met het samenwerkingsakkoord goed.
Het ontwerp van samenwerkingsakkoord en het voorontwerp van wet worden ter advies voorgelegd aan de Raad van State.