Nieuwe grootschalige enquête over de mobiliteit in België
Hoe verplaatsen mensen die in België wonen zich dagelijks? Uit de nieuwe grootschalige enquête van de FOD Mobiliteit en Vervoer blijkt dat het aandeel van de auto in ons vervoer de afgelopen 25 jaar over het algemeen stabiel is gebleven. Het gebruik van de elektrische fiets is de afgelopen jaren sterk toegenomen.
De auto is veruit het vervoermiddel dat de Belgen het meest gebruiken
De auto is het belangrijkste vervoermiddel voor 60% van de verplaatsingslussen en is goed voor 78% van de afstanden. Dit aandeel is de afgelopen 25 jaar over het algemeen stabiel gebleven, ondanks de opmars van de fiets.
Het gebruik van de elektrische fiets is sterk toegenomen
Op nationaal niveau overtreft het gebruik van de elektrische fiets nu dat van de fiets zonder elektrische ondersteuning. De fiets zonder elektrische ondersteuning is zo nog maar goed voor 36% van de met de fiets afgelegde kilometers. Van de resterende 64% wordt een klein deel (8%) afgelegd met speedpedelecs. Daarmee kunnen dankzij de ondersteuning snelheden tot 45 km/u bereikt worden.
Stappen en fietsen spannen de kroon op korte afstanden
Actieve vervoerswijzen (stappen en fietsen) worden het meest gebruikt voor verplaatsingen van minder dan vijf kilometer. Ze zijn goed voor respectievelijk 22% en 11% van alle verplaatsingslussen en vertegenwoordigen in totaal 8% van de afgelegde kilometers. Ze vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de kilometers die worden afgelegd voor verplaatsingen binnen dezelfde gemeente: 22% in steden en 29% in minder dichtbevolkte gemeenten.
Trein vooral gebruikt voor lange afstanden
Het openbaar vervoer wordt voor 7% van de verplaatsingslussen als belangrijkste vervoerswijze gekozen en is goed voor 13% van de afgelegde kilometers. De trein wordt vooral gebruikt voor lange afstanden. Hij is slechts voor 2% van de verplaatsingslussen de belangrijkste vervoerswijze, maar vertegenwoordigt 9% van de afgelegde kilometers. De toegankelijkheid van het openbaar vervoer speelt een belangrijke rol in deze resultaten.
Aanzienlijke regionale verschillen
De verplaatsingsgewoonten zijn niet overal op het grondgebied gelijk. Het grootste verschil betreft de fiets: 8% van de afgelegde kilometers voor Vlamingen tegenover minder dan 1% voor Walen. De Brusselaars, net als de inwoners van andere grote steden in het land, maken veel meer gebruik van het openbaar vervoer (20% van de door Brusselaars afgelegde kilometers gebeurt met de metro, tram of bus) en stappen veel meer (6%).
Jean-Luc Crucke, Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie:
"De resultaten van deze enquête tonen dat ons mobiliteitslandschap in verandering is. De elektrische fiets wint aan populariteit en steeds meer mensen stappen of fietsen voor korte verplaatsingen. Dat is een positieve evolutie. We moeten die trend versterken door te blijven investeren in veilige infrastructuur, vlotte verbindingen en aantrekkelijk openbaar vervoer. En dit moeten we doen met een doordacht beleid dat duurzame keuzes aanmoedigt, zowel federaal als regionaal."
Meer weten? Ga meteen naar de volledige enquête.
Methodologie van een innovatief onderzoek
Voor dit soort grote mobiliteitsenquêtes worden de respondenten meestal ondervraagd over al hun verplaatsingen op een bepaalde dag, met behulp van een "verplaatsingsdagboek". De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft een alternatieve en innovatieve aanpak ontwikkeld om op betrouwbare wijze gegevens over het hele land te verzamelen.
Dit onderzoek richt zich in de eerste plaats op verplaatsingslussen, gedefinieerd als het geheel van verplaatsingen vanaf het vertrek uit de woning tot de terugkeer naar huis. Het onderzoek bestudeert de mobiliteit uiteraard ook vanuit het oogpunt van de afgelegde afstand.
Deze nieuwe federale enquête, die van september 2024 tot september 2025 bij 13.613 volwassenen is gehouden, heeft tot doel de dagelijkse verplaatsingen van personen die in België wonen te bestuderen. Dat in het verlengde van de nationale enquêtes die sinds 1999 op gezette tijden worden gehouden, waarvan de laatste de Monitor-enquête in 2017 was. De resultaten bevestigen het belang van mobiliteit in het dagelijks leven van de Belgen, aangezien 85% van de ondervraagden zich op de referentiedag had verplaatst, met gemiddeld 3,4 verplaatsingen per dag.