Wijzigingen betreffende de verloven en de afwezigheden in de diensten die de rechterlijke macht bijstaan
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Annelies Verlinden een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan.
Overeenkomstig het advies van de Raad van State moet in het ontwerp worden verduidelijkt dat wanneer de minister van Justitie of zijn afgevaardigde niet bevoegd is om verlof toe te kennen, de hiërarchische meerdere of de functionele chef hiertoe bevoegd is.
Het ontwerp voert ook het recht op een vierdagenweek met premie, vierdagenweek zonder premie, halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar en verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden in voor de leden van de griffies en de parketsecretariaten, de referendarissen bij het Hof van Cassatie, alsook de referendarissen en de parketjuristen bij de hoven en bij de rechtbanken.
Tot slot beoogt het ontwerp ook de elektronische aanvraag tot onderbrekingsuitkering verplicht te stellen.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.