26 jun 2009 14:18

Personeel openbare besturen

Verminderde prestaties om medische redenen

Verminderde prestaties om medische redenen

De ministerraad heeft een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat de reglementering van de verminderde prestaties om medische redenen voor ambtenaren van de openbare diensten wijzigt. Het voorstel van minister van Ambtenarenzaken Steven Vanackere geeft ambtenaren die aan een chronische ziekte lijden en die niet voltijds kunnen werken de kans om deeltijds te blijven werken. Het stelsel voert het sectoraal akkoord voor 2007-2008 uit dat de minister met de vertegenwoordigers van de vakorganisaties is overeengekomen. 

Op dit ogenblik kunnen ambtenaren die aan een chronische aandoening lijden en die niet voltijds kunnen werken een beroep doen op de tijdelijke vermindering van prestaties wegens ziekte. De bedoeling is om ze de kans te geven in een arbeidsstelsel te werken dat aangepast is aan hun situatie tot ze weer voltijds kunnen werken. 

Vermits het stelsel beperkt is in de tijd moeten ze na die periode weer voltijds werken of ziekteverlof nemen. In dat laatste geval worden ze na een tijd in 'disponibiliteit' geplaatst en moeten uiteindelijk voor de pensioencommissie verschijnen. Als ze niet voltijds kunnen werken kunnen ze enkel voor een andere deeltijds regime kiezen zoals loopbaanonderbreking of vierdagenweek.    

Om rekening te houden met de situatie van chronisch zieken wordt het stelsel nu aangepast. Er zijn voortaan twee mogelijkheden: 

  • statutaire personeelsleden die langer dan 30 dagen afwezig om medische redenen zijn kunnen deeltijds werken wegens hun ziekte en zich zo geleidelijk aanpassen aan het arbeidsritme. Dat kan ten hoogste gedurende drie maal één maand.
  • statutaire ambtenaren die aan een chronische aandoening lijden en die niet voltijds kunnen werken, kunnen deeltijds werken na een periode van 30 dagen afwezigheid. Dat kan voor een periode van twaalf maanden die verlengd kan worden, als de arts van Medex het statuut van chronische ziekte erkent. 

De eerste drie maanden zijn volledig bezoldigd. In het tweede stelsel ontvangt de ambtenaar vanaf de vierde maand een bezoldiging voor zijn verminderde prestaties plus 60% van de bezoldiging voor de niet-gepresteerde arbeidsduur.

Voor ambtenaren met een chronische aandoening die noodgedwongen al op een stelsel van verminderde abeidsprestaties zijn overgegaan, wordt een overgangsregeling voorzien.

Het ontwerp wordt aan de vakorganisaties in het Comité voor federale, gemeenschaps- en gewestelijke overheidsdiensten voorgelegd en daarna aan de Raad van State.