Repartitiebijdrage 2016-2026 voor producenten van kernenergie - tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Energie Marie Christine Marghem in tweede lezing een voorontwerp van wet goed waarin de repartitiebijdrage voor de jaren 2016 tot 2026 voor producenten van kernenergie wordt vastgelegd. Het voorontwerp werd aangepast aan het advies van de Raad van State.
Het voorontwerp van wet voegt de repartitiebijdrage voor de kernindustrie voor 2016 tot 2026 in de wet van 11 april 2003* in. Ze wordt berekend op basis van de bijdragecapaciteit van de bijdrageplichtigen, in functie van de winsten die de productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen genereert.
Voor de bijdrage 2016-2026 wordt rekening gehouden met de huidige en toekomstige bijdragecapaciteit van de kernexploitanten en de vennootschappen die een aandeel hebben in de industriële productie van elektriciteit. Voor 2016 wordt het globale bedrag van de repartitiebijdrage vastgelegd op een forfaitair nettobedrag van 130 miljoen euro. Hierbij werd rekening gehouden met een vermindering van 47,48%. Dit stemt overeen met de periode van onbeschikbaarheid van het nucleaire park, omwille van de nucleaire veiligheid of beveiliging, die het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) vastlegt. Vanaf 2017 is de repartitiebijdrage niet langer een vast bedrag, maar wordt berekend als het hoogste van twee bedragen:
- een jaarlijks minimumbedrag, dat om de 3 jaar wordt herzien,
- of 38% van de winstmarge (variabel) van het beschouwde nucleaire park
(De verlengde centrales van Tihange 1, Doel 1 en Doel 2 zijn van de toepassing uitgesloten).
De repartitiebijdrage wordt geïnd volgens dezelfde modaliteiten als voor de jaren 2008 tot 2015.
*de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales