Sluitings- en overbruggingsvergoeding voor werknemers van ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Werk Pierre-Yves Dermagne een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de sluitingsvergoeding en de overbruggingsvergoeding mogelijk maakt voor werknemers van ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit.
De sluitingsvergoeding is de forfaitaire vergoeding die de werkgever, in het geval van sluiting van de onderneming, moet betalen aan de werknemer die getroffen wordt door de sluiting. Deze vergoeding wordt berekend in functie van de leeftijd en anciënniteit van de werknemer in de onderneming. Deze sluitingsvergoeding komt bovenop de "klassieke" verbrekingsvergoedingen. Indien een werkgever in gebreke blijft, kan het Sluitingsfonds tussenbeide komen voor de betaling van de sluitingsvergoeding. Het Sluitingsfonds kan het bedrag vervolgens recupereren bij de werkgever.
De overbruggingsvergoeding is de vergoeding die het Sluitingsfonds toekent, in geval van overname van activa van een onderneming in faillissement, aan de werknemer die terug in dienst wordt genomen door de werkgever die deze overname van activa heeft verwezenlijkt. Deze vergoeding is gelijk aan zijn brutoloon voor de periode van inactiviteit gesitueerd tussen de datum van zijn ontslag en de datum van zijn indienstneming door de overnemer.
In de huidige wetgeving zijn de sluitingsvergoeding en de overbruggingsvergoeding, opgenomen in de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, niet van toepassing op de werknemers van de ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit bedoeld in artikel 2, 3°, b, van deze wet (non-profitsector en vrije beroepen). Via het ontwerp van koninklijk besluit worden de sluitingsvergoeding en de overbruggingsvergoeding uitgebreid tot deze werknemers.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.