Structurele toekenning van de werkhervattingspremie
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed betreffende de toekenning van de werkhervattingspremie.
De wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voorziet in de toekenning van een werkhervattingspremie aan de werkgever bij wie een invalide erkende gerechtigde een activiteit hervat met de toelating van de adviserend arts. Onder de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de premie, is bepaald dat zowel de periode gedekt door de toelating van de adviserend arts als de werkhervatting bij de werkgever op grond van deze toelating dienen aan te vatten tijdens de periode van invaliditeit van 1 april 2023 tot en met 31 maart 2025. Dat betekent dat de toekenning van de werkhervattingspremie is afgelopen op 31 maart 2025.
Op basis van een verslag van de Dienst Uitkeringen van het RIZIV dat aan het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers en aan het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen werd voorgelegd, beoogt het ontwerp de toekenning van de werkhervattingspremie vanaf 1 april 2025 structureel te maken. Dit ontwerp voorziet er ook in dat de aanvraag voor de toekenning van de werkhervattingspremie door de werkgever uitsluitend elektronisch kan worden ingediend. Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2026.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.