01 dec 2006 16:00

Terbeschikkingstelling van veroordeelden

Hervorming van de terbeschikkingstelling van veroordeelden voor een betere bescherming van de maatschappij

Hervorming van de terbeschikkingstelling van veroordeelden voor een betere bescherming van de maatschappij

Op voorstel van vice-eersteminister en minister van Justitie Laurette Onkelinx keurde de ministerraad het voorontwerp van wet goed over de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank. De terbeschikkingstelling van de regering van bepaalde categorieën veroordeelden bestaat in België sinds 1867. Dat is een maatregel die de rechter ten gronde kan uitspreken op het moment van de veroordeling en die eruit bestaat dat de duur van de opsluiting wordt verlengd na de periode van de gevangenisstraf voor maximum 20 jaar. Het is duidelijk dat het hier gaat over een uitzonderingsmaatregel, die tot doel heeft de maatschappij te beschermen. In de Belgische gevangenissen bevinden zich momenteel 110 veroordeelden tegen wie een terbeschikkingstelling werd uitgesproken en 27 voor wie de procedure van de terbeschikkingstelling werd geactiveerd. Het voorontwerp van wet behoudt dit uitzonderingskarakter en heeft een dubbele doelstelling: 1. een betere bescherming van de maatschappij bieden tegen personen die bijzonder afgrijselijke daden hebben gesteld: de huidige reglementering inzake de dadercategorieën wordt aangepast 2. meer aandacht schenken aan de slachtoffers en meer coherentie brengen in de opvolging van de strafuitvoering: overdracht van de bevoegdheid naar de strafuitvoeringsrechtbank. Meer coherentie op het vlak van de dadercategorieën De terbeschikkingstelling is een bijkomende straf die de rechter kan of mag uitspreken volgens strikt gedefinieerde regels. Vandaag : - moet de rechter verplicht een terbeschikkingstelling uitspreken tegen een persoon die voor de tweede maal veroordeeld wordt tot een criminele straf (dwz van meer dan 5 jaar). - mag de rechter een terbeschikkingstelling uitspreken tegen: een persoon die veroordeeld wordt voor recidive van misdaad op misdrijf of omgekeerd. een persoon die wordt veroordeeld voor bepaalde inbreuken van seksuele aard (zoals verkrachting, aanranding van de eerbaarheid, seksuele uitbuiting van minderjarigen...) een persoon die drie maal wordt veroordeeld tot een straf van meer dan 6 maanden. Ervan overtuigd dat bepaalde misdrijven dermate afschuwelijk zijn en wijzen op een zodanige minachting voor de essentiële waarden van het menselijk leven door de dader, stelde de minister van Justitie voor de categorieën te herzien van de daders tegen wie de rechter een terbeschikkingstelling kan of mag uitspreken. Het is volgens de minister gewettigd dat de maatschappij beschikt over de noodzakelijke wettelijke instrumenten om de beschermende maatregelen te nemen die zich opdringen ten aanzien van die personen, zodat men kan vermijden dat ze opnieuw schade kunnen berokkenen. In deze zin voorziet het wetsontwerp dat: 1. de rechter een terbeschikkingstelling moet uitspreken tegen: een persoon die veroordeeld wordt voor recidive van misdaad op misdrijf of omgekeerd. een persoon die veroordeeld wordt op basis van één van de volgende inbreuken: - terroristisch misdrijf dat de dood veroorzaakt heeft; - verkrachting of aanranding van de eerbaarheid die de dood van het slachtoffer veroorzaakt heeft; - foltering die de dood van het slachtoffer veroorzaakt heeft; - ontvoering van een minderjarige die de dood veroorzaakt heeft Het gaat om inbreuken die systematisch de dood veroorzaken en die werden begaan met een bijzondere wreedheid, zowel wat betreft de modus operandi van de dader als de hoedanigheid van het slachtoffer. 2. de rechter een terbeschikkingstelling kan uitspreken tegen een persoon die veroordeeld wordt voor de zwaarste vormen van de volgende inbreuken: - ernstige schendingen van het humanitair recht; - gijzelneming; - moord; - onmenselijke behandeling; - mensensmokkel; - moord om diefstal of afpersing te vergemakkelijken; - vrijwillige brandstichting; - moord om vernieling of schade te vergemakkelijken; - aanranding van de eerbaarheid of verkrachting die niet geleid hebben tot de dood van het slachtoffer. Het gaat om zware daden die raken aan de fysieke integriteit van de slachtoffers. Overdracht van de bevoegdheid naar de strafuitvoeringsrechtbank Vandaag is het de minister van Justitie die de uiteindelijke beslissing neemt: wanneer een veroordeelde aan zijn strafeinde komt, wordt een dossier opgemaakt ter attentie van de minister, waarin de evolutie van de persoon tijdens zijn gevangenname wordt beschreven. Het komt dan aan de minister toe om de terbeschikkingstelling al dan niet te activeren en dus de persoon al dan niet in de gevangenis te houden. Aangezien de wet van 17 mei 2006 aan de strafuitvoeringsrechtbanken de algemene bevoegdheid gaf om de diverse modaliteiten te bepalen voor de uitvoering van de straffen en het voorgestelde ontwerp tot hervorming van de internering aan de strafuitvoeringsrechtbanken ook de huidige bevoegdheden zal verlenen van de Commissies sociaal verweer, lijkt het logisch om ook de algemene bevoegdheid inzake de terbeschikkingstelling aan diezelfde strafuitvoeringsrechtbanken te geven. Hierdoor zal er meer coherentie komen op het vlak van de strafuitvoering en zal de rechterlijke macht de bevoegdheid krijgen om de aard van de straf die wordt uitgesproken door een van zijn instanties te wijzigen. De overdracht naar de strafuitvoeringsrechtbank zal eveneens zorgen voor een verbetering van de positie van het slachtoffer: het slachtoffers zal worden geïnformeerd en gehoord over de activatie van de terbeschikkingstelling en over de eventuele uitvoeringsmodaliteiten die zouden worden opgelegd aan de dader.