17 okt 2018 12:57

Tien jaar om te slagen: België staat voor de uitdaging om immigranten te integreren op zijn arbeidsmarkt

Op 17 oktober stelt de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid zijn verslag1 over de situatie van de immigranten geboren buiten de Europese Unie op de Belgische arbeidsmarkt voor. Ter gelegenheid daarvan, organiseert de Raad een conferentie voor arbeidsmarkt- en migratiespecialisten, beleidsmakers, sociale partners en de vrijwilligerssector.

In de loop van de geschiedenis van België werd regelmatig een beroep gedaan op immigratie om de economische ontwikkeling van het land te ondersteunen, maar vandaag is het zo dat de werkgelegenheidsgraad van niet-EU-immigranten in de buurt van 50 % ligt. Dat niveau ligt 20 procentpunt lager dan dat van de in België geboren personen. In vergelijking met de andere EU-landen is dat de laagste werkgelegenheidsgraad en het derde grootste verschil!
De integratie op de arbeidsmarkt hangt onder meer af van de kenmerken van de immigranten. Ten opzichte van het EU-gemiddelde, trekt België verhoudingsgewijs immers meer niet-EU-immigranten aan die naar ons land komen in het kader van een gezinshereniging of om humanitaire redenen of redenen van internationale bescherming. Omgekeerd komen minder immigranten naar België omwille van werk of studies. Vergeleken met de autochtonen, bevinden er zich onder die immigranten ook een groter aandeel laaggeschoolden.
Op basis van onze ramingen kan al met al slechts 23 % van het verschil in werkgelegenheidsgraad tussen de autochtonen en de buiten de EU geboren immigranten verklaard worden door hun persoonlijke kenmerken (leeftijd, geslacht, gewest van de woonplaats, scholingsniveau). Het scholingsniveau is de belangrijkste determinant. Het niet verklaarde gedeelte kan met name toe te schrijven zijn aan factoren waarmee we in onze analyse geen rekening hebben kunnen houden, bijvoorbeeld de burgerlijke staat of het aantal kinderen die mede bepalen of men al dan niet werk heeft, dit in het bijzonder voor vrouwen. Ook het sociaal netwerk kan een belangrijke rol spelen. Men mag echter niet de ogen sluiten voor de gevolgen van discriminatie.
De toegang tot werk is niet de enige moeilijkheid die niet-EU-immigranten ondervinden op de arbeidsmarkt; ook de kwaliteit van de banen wordt ook ter discussie gesteld. Ze hebben vaker een onzekere en laagbetaalde baan dan autochtonen. Ze worden het vaakst aangetroffen in bedrijfstakken zoals administratieve en ondersteunende dienstverlening, alsook in de horeca, de minst goed betaalde bedrijfstakken. In België lag het mediaan equivalentinkomen van de buiten de EU geboren personen in 2016 meer dan 43 % lager dan dat van de autochtonen. Hun loopbanen zijn tevens minder stabiel met meer periodes van werkloosheid en inactiviteit. Inactiviteit komt zeer vaak voor bij vrouwelijke niet-EU-immigranten; 61 % van hen zijn huisvrouw, terwijl dat maar het geval is voor 25 % van de autochtone vrouwen.
HOE KAN DE SITUATIE WORDEN VERHOLPEN?
De doeltreffendheid van de beleidsmaatregelen zal moeten worden afgemeten aan de hand van een duidelijke, ambitieuze en realistische doelstelling. Daartoe moet rekening worden gehouden met alle buiten de EU geboren personen en niet alleen met degenen die de nationaliteit van een land buiten de EU hebben. Het optrekken van hun werkgelegenheidsgraad tot het huidige Europese gemiddelde lijkt aan die criteria te beantwoorden. De Raad stelt de doelstelling 10/10 voor. Het komt erop aan de werkgelegenheidsgraad van de buiten de EU geboren personen in 10 jaar tijd met 10 procentpunt te verhogen, dus van 52 tot 62 %. Door zijn eenvoud in formulering en follow-up wordt daarmee aan alle politieke en economische actoren, alsook aan de bevolking, een duidelijke boodschap gegeven  dat onverwijld moet worden opgetreden.
In het licht van de omvang en de complexiteit van de uitdaging, is de inzet van iedereen immers noodzakelijk.
De Raad heeft aldus tien hefbomen geïdentificeerd, die berusten op twee pijlers: het migratiebeleid dat de voorwaarden vastlegt om toegang te verwerven tot het grondgebied, en het beleid voor de inschakeling op de arbeidsmarkt.
I. De voorwaarden inzake toegang tot het grondgebied aanpassen
1. De voorwaarden voor gezinshereniging herzien
2. Een plan tot gezinsintegratie uitwerken
3. Het vereenvoudigen van de administratieve procedures voor werkgevers en immigranten
4. Het aantrekken van ‘talenten’
5. Sneller en zonder beperking toegang hebben tot de arbeidsmarkt
II. Opnieuw nadenken over de inschakeling op de arbeidsmarkt
6. Meten om inzicht te krijgen en passende antwoorden te geven
7. Efficiënter integreren door het werk voorop te stellen
8. De erkenning van in het buitenland verworven competenties en diploma’s efficiënter en sneller laten verlopen
9. De diversiteit bevorderen en discriminatie bestrijden
10. Lokale initiatieven coördineren

Meer informatie

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid: verslag oktober 2018

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid: verslag oktober 2018: presentatie