Toespraak door Premier Verhofstadt
Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt naar aanleiding van de kongingsdag.
Paleis der Natie, 15 november 2003.
Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt naar aanleiding van de kongingsdag. Paleis der Natie, 15 november 2003.
Koninklijke Hoogheden, Excellenties, Heren Voorzitters van Kamer en Senaat, Waarde collegas, Dames en Heren, Ik zou mijn toespraak willen beginnen met het huldigen van een bijzondere prestatie van een bijzondere man. Er is op het eerste zicht misschien geen link tussen hem en het thema van vandaag namelijk de internationale militaire operaties van de Belgische Strijdkrachten. Het enige wat ik zeker weet, is dat hij zijn legerdienst heeft gedaan bij de Paracommandos in Tielen. Hij heeft zijn opleiding in elk geval alle eer aangedaan met de uitzonderlijke sportieve en menselijke prestatie die hij heeft neergezet in de Ironman triatlon van Hawaï. Zoals u al geraden had, heb ik het over Marc Herremans. Toen we hoorden dat Marc Herremans twee rugwervels had gebroken tijdens een trainingsongeval, dachten we dat we Marc niet meer zouden te zien krijgen in het sportnieuws. We hebben ons ernstig vergist. Zo zit Marc Herremans immers niet in elkaar. Koppig trainde hij verder. Ondanks zijn verlamming. Met een enorm doorzettingsvermogen en een ongeziene mentale kracht heeft hij ons en de wereld verbaasd door een maand geleden in een rolstoel de finish van de Ironman te halen. Meter na meter. Een enorme prestatie waarvoor ik alleen maar mijn bewondering kan tonen. Ook zijn vriendin, Martine, verdient onze bewondering voor de doorzetting waarmee zij Mark ondanks de tegenslag is blijven steunen. Marc Herremans en Martine zijn hiermee een voorbeeld geworden voor iedereen die met tegenslag te kampen heeft. Ik ben dan ook bijzonder verheugd dat de Koning heeft beslist dat ik aan Marc Herremans, wegens zijn uitzonderlijke prestatie en wegens zijn uitzonderlijk doorzettingsvermogen waarmee hij een voorbeeld is geworden voor alle Belgen een grote onderscheiding mag geven. Gefeliciteerd, Marc. Dames en heren, Vandaag, op 15 november, vieren wij de naamdag van eerste Koning van België. Volgens onze grondwet van 1831 voert de koning het bevel over de krijgsmacht. De inzet van de Belgische strijdkrachten bij internationale militaire organisaties is dan ook een thema dat onze Koning in het bijzonder aanbelangt. Zeker in deze internationaal woelige tijden. Op het internationale vlak is de situatie in 2003 niet meer vergelijkbaar met de situatie waarin Leopold I koning werd. In 1831 kende de wereld slechts een handvol democratieën, de VS had een leger van slechts 10.000 man, Afrika was zo goed als onbekend gebied en in Europa was een continent van grootmachten die elkaar voortdurend bekampten. Het is dan ook normaal dat de voornaamste taak van het Belgische leger was het verdedigen van het eigen grondgebied. Met die doelstelling voor ogen moest ons leger alles kunnen en op alles voorbereid zijn. Vandaag, anno 2003, liggen de kaarten anders. De toekomst van onze strijdmacht ligt niet meer in de verdediging van ons Belgisch grondgebied. Dat is verleden tijd. België stond nadrukkelijk mee aan de wieg van de Verenigde Naties, de NAVO en de Europese Unie. België heeft deze internationale en supranationale organisaties niet mee opgezet om oorlogen te verrechtvaardigen, maar om de vrede te bewaren. Met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in het achterhoofd het respect voor de mensenrechten afdwingen, werken aan internationale politieke stabiliteit en het vermijden van menselijke dramas op grote schaal. Dat is het doel van de VN, de Navo en de EU. Dat is ook de rol die België met haar buitenlandse politiek wil bereiken. Het is dan ook logisch dat de toekomst van ons leger ligt in de buitenlandse operaties voor vrede en stabiliteit. Dat is de reden waarom de regering de keuze heeft gemaakt om deel te nemen aan alle Europese operaties en aan zoveel mogelijk VN vredesoperaties. Dat is ook de reden waarom tijdens de laatste regeringsonderhandelingen is beslist om het budget voor vredesoperaties te verdubbelen. In tegenstellingen tot wat sommigen beweren, levert het Belgische leger een zeer actieve bijdrage tot de internationale missies. Dat was in het verleden zo. Dat is vandaag nog het geval. Vandaag zijn ongeveer 750 Belgische militairen aanwezig in onder andere Kosovo, Afghanistan en Macedonië. Belgische militaire experts stellen over heel de wereld hun deskundigheid ter beschikking. Ook in de laatste tien jaar heeft de Belgische krijgsmacht zich sterk geëngageerd in internationale opdrachten. Ik denk hierbij aan de Balkan: Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Albanië, Kosovo en Macedonië. Ik denk aan Congo, Somalië en Haïti. Ik denk in het bijzonder aan de moeilijke en dramatisch opdracht van onze paras in Rwanda. Ik wil vandaag nogmaals speciale hulde brengen aan onze soldaten die in de naam van de vrede gesneuveld zijn waar ook ter wereld en aan hun familie die dit moeilijke offer hebben moeten brengen. Dames en heren, De toekomst van de Belgische krijgsmacht ligt in een Europese vredesmacht. De Unie zal op het wereldtoneel immers pas een geloofwaardige partner worden indien ze binnen het kader van de NAVO een eigen Europese defensie uitbouwt. Op 29 april van dit jaar heeft België daarover samen met Frankrijk, Duitsland en Luxemburg een aantal voorstellen gedaan die stilaan door elke lidstaat wordt bijgetreden. Sta mij toe die voorstellen even te overlopen: Ten eerste zou er een Europees wapenagentschap moeten komen dat instaat voor de ontwikkeling en de aankoop van militaire uitrusting. Ten tweede is hebben we een multinationaal hoofdkwartier nodig. Drie. Een Europese interventie- en stabilisatiemacht die onmiddellijk kan worden ingezet in conflictsituaties. Dit is de zogenaamde Rapid Response. Vier. Een European First Aid and Support Team (EU-Fast) die binnen de 24 uur humanitaire hulp kunnen bieden bij rampen. Ten vijfde willen we een gemeenschappelijk Europese eenheid met eigen opperbevel voor strategisch luchttransport En tenslotte Europese vormings - en opleidingscentra voor onder meer helikopterbemanningen, marineofficieren en luchtmachtpiloten. Over dit Europese kader groeit er stilaan een consensus. Maar als we in een Europese defensie onze unieke rol willen blijven spelen, dan zullen we niet anders kunnen dan evolueren naar een kleiner maar wendbaarder leger. We zullen dan ook keuzes moeten maken. Het nieuw plan van de minister van Defensie zal deze Europese visie als uitgangspunt nemen. Zo moeten we een antwoord geven op de vraag welke wapens we willen aankopen en aanwenden. Investeren we bijvoorbeeld in zware tanks of investeren we misschien beter in transporthelikopters? Het zijn vragen waar we in het nieuw plan met het oog op de toekomst strategisch moeten over nadenken. Dames en heren, Internationale vredesoperaties zijn zoals een huis op palen. Alle palen zijn nodig om het huis staande te houden. Ook internationale vredesoperaties kunnen slechts een succes zijn als verschillende facetten gecombineerd worden. Het is een combinatie van preventieve diplomatie, van humanitaire hulp, van het sturen van militairen op het terrein en van wederopbouw, zoals we nu doen in Congo en Irak. Als we met België een volwaardige rol willen blijven spelen bij internationale militaire operaties, dan zal het Belgisch leger meer moeten zijn dan een soort van Rode Kruisorganisatie. Ons leger was tot en met vandaag altijd multi-inzetbaar, flexibel en daarom veel gevraagd. Ik denk dat dit zo moet blijven. Over de inzet van de Belgische strijdkrachten bij internationale militaire operaties kunnen we als Belgen steeds fier zijn. Men ziet ons graag komen en niet graag weggaan. Ons leger levert een niet te onderschatten bijdrage aan een wereld van meer rechtvaardigheid, democratie, vrijheid en vrede. Dat is iets waar de opperbevelhebber van de strijdkrachten, onze Koning, sterk aan houdt. Ik wens koning Albert, Koningin Paola en de koninklijke familie nog vele goede en gelukkige jaren. Ich wünsche König Albert, Königin Paola und die gesammte königliche Familie noch viele gute und glücklichen Jaren.