Toespraak Eerste Minister
Toespraak Eerste Minister ter gelegenheid van de Nieuwjaarsontvangst van de Overheden van het land.
Dinsdag 31 januari 2006
Brussel
Toespraak Eerste Minister ter gelegenheid van de Nieuwjaarsontvangst van de Overheden van het land. Dinsdag 31 januari 2006 Brussel
TOESPRAAK VAN EERSTE MINISTER GUY VERHOFSTADT TOT HH. MM. DE KONING EN DE KONINGIN TER GELEGENHEID VAN DE NIEUWJAARSONTVANGST VAN DE OVERHEDEN VAN HET LAND. BRUSSEL, 31 JANUARI 2006. Sire, Mevrouw, 2005 was voor de koninklijke familie en voor ons land een feestelijk jaar. 175 jaar België en 25 jaar federalisme werden over heel het land, op tal van manieren gevierd. Zo'n anderhalf miljoen mensen namen deel aan meer dan driehonderd activiteiten. De tentoonstelling "Made in Belgium" verwelkomde vierhonderdduizend bezoekers. De nationale feestdag werd bijgewoond door zevenhonderduizend landgenoten en door meer dan anderhalf miljoen kijkers gevolgd op de televisie. In 2005 leerden we ook de twee grootste Belgen kennen: Pater Damiaan en Jacques Brel. Bovendien kreeg het Belgisch feestjaar nog een extra cadeau. De koninklijke familie werd immers uitgebreid met drie nieuwe telgen Emmanuel, Aymeric en Nicolas, waarvoor, Sire, nogmaals van harte gefeliciteerd. Sire, Mevrouw, 2006 wordt opnieuw een belangrijk jaar. Er zijn de eerste tekenen van herstel. De bedrijven investeren terug; Ze werven opnieuw mensen aan. Maar het zou fout zijn nu op onze lauweren te rusten. Integendeel, wat we nodig hebben, is een gecoördineerde aanpak van alle overheden, van alle instanties, van alle politieke verantwoordelijken van het land waarbij we onze troeven beter uitspelen en onze minpunten verder wegwerken. Tijdens mijn contacten de laatste maanden met honderden Aziatische en Amerikaanse investeerders is mij duidelijk geworden dat de grootste troef van België de Belgen zelf zijn. Zij behoren tot de best opgeleide en meest productieve werknemers ter wereld. Ook de meertaligheid, de culturele veelzijdigheid, de creativiteit en de flexibiliteit van onze landgenoten wordt alom geroemd. Onze tweede grootste troef is onze locatie. Het belang van België en Brussel als Europese hoofdstad wordt elke dag groter. En Via ons intens netwerk van auto- ,spoor en waterwegen zijn we de ideale toegangspoort tot Europa. Onze derde troef is onze traditionele openheid en internationale handel en uiteraard onze levenskwaliteit. Ons onderwijs en onze gezondheidszorgen behoren niet alleen tot de wereldtop. Ze zijn bovendien toegankelijk voor iedereen. Belgen staan bekend als bescheiden mensen. En dat is goed zo. Maar in het uitdragen van onze mogelijkheden moeten we ook niet te bescheiden blijven. We mogen gerust een tandje bijsteken om de vele troeven van België in het buitenland beter uit te dragen Maar zoals ik reeds zei moeten we ook onze minpunten durven onderkennen, er vooral alles aan doen om ze weg te werken. In die zin was 2005 een scharnierjaar. Met het Generatiepact en de grondige hervorming van de vennootschapsbelasting namen we een aantal belangrijke obstakels weg. Op die weg moeten we nu verder gaan, moeten ook onze andere handicaps worden aangepakt. Het versterken van onze economie is de grootste uitdaging. Daarbij pleit ik voor een aanpak die tegelijk bedachtzaam is en vastberaden, met andere woorden een aanpak waarbij er zowel aandacht gaat naar de slagkracht en de competitiviteit van bedrijven als naar de koopkracht van de bevolking. Het is immers deze koopkracht die samen met het jarenlange evenwicht op de begroting er de voorbije jaren voor gezorgd heeft dat onze economische groei hoger was dan dat van de buurlanden. Zonder het mechanisme van de welvaartaanpassingen overboord te gooien, moeten waarborgen worden gevonden om de competitiviteit van de bedrijven te garanderen, ook in het geval van een versnellende inflatie. Ook de regering zal hiertoe haar bijdrage leveren onder meer met verdere lastenverlagingen. Die zullen niet alleen bedrijven maar ook de werknemers ten goede komen. Dit is niet alleen belangrijk voor de koopkracht. Door onder meer de aftrek van forfaitaire beroepskosten te verhogen, zal vooral het werken beter worden beloond. Ook inzake investeringen in onderzoek en ontwikkeling moeten we in een hogere versnelling schakelen. Onderzoek en ontwikkeling is immers de motor van de geglobaliseerde economie. Morgen zal ik op de ontmoeting tussen de federale regering en de deelregeringen een nieuwe aanpak voorstellen. Het is aan de deelregeringen om te bepalen in welke sectoren op welke manier zij onderzoek en ontwikkeling verder willen ondersteunen.. Morgen zal ik voorstellen dat van de kant van de federale overheid er geen federale belastingen meer geheven worden op dergelijke initiatieven. Op die manier kunnen we de innovatie in ons land samen een nieuwe duw in de rug geven. Tot slot, er is een derde minpunt van ons land. Het blijft onaanvaardbaar dat in zo'n welvarend land als het onze nog steeds zoveel armoede is. We moeten armen helpen uit het dal te kruipen. Hiertoe moeten we hen sterker maken door opleiding en vorming of door hen via gemeenschapdienst werkervaring te laten opdoen. Samen, schouder aan schouder,onze zwaktes wegwerken, dat is een opdracht voor ieder van ons. Daarom wil ik een oproep doen aan elkeen van ons, de federale overheid, de Gewesten en Gemeenschappen,de politieke verantwoordelijken zowel van meerderheid als oppositie, de sociale partners, , aan iedereen, Vlamingen, Walen en Brusselaars om samen in 2006 aan die uitdagingen het hoofd te bieden.. Om samen schoudern aan schouder ons land competitiever, innovatiever en socialer te maken. Sire, Mevrouw, Zowel in Azië als in de Verenigde Staten ben ik bedrijfsleiders tegengekomen die zelf een tijd in ons land hebben gewoond. Unaniem hadden zij dezelfde commentaar. Zij vonden de geschiedenis van ons land interessant, onze kunst en cultuur prachtig, onze mensen gastvrij, onze staatsstructuur complex en ons weer wat wisselvallig. Ik heb gezegd dat we dit zo zullen houden. Maar wat mij vooral is opgevallen in het buitenland, is dat weinigen sceptisch waren over onze mogelijkheden. Ons land heeft een groot potentieel. Laat ons samen in 2006 dit potentieel waar maken. Je souhaite une excellente année 2006 à tous ceux qui sont présents, en particulier au Roi, à la Reine et la Famille royale. Ich wünsche König Albert, Königin Paola, der gesamten königlichen Familie und Ihnen allen noch viele gute und glückliche Jahre. Ik wens allen hier aanwezig, en in het bijzonder de Koning, de Koningin en de Koninklijke Familie het allerbeste voor 2006.