14 jun 2006 14:12

Toespraak Premier confederatie bouw

Toespraak Premier confederatie bouw
Concert Noble, 14 juni 2006
Embargo:12.45 uur

Toespraak Premier confederatie bouw Concert Noble, 14 juni 2006 Embargo:12.45 uur

TOESPRAAK VAN EERSTE MINISTER GUY VERHOFSTADT BIJ DE 60STE VERJAARDAG VAN DE CONFEDERATIE BOUW. CONCERT NOBLE, 14 JUNI 2006. Geachte voorzitter, Dames en heren, Eergisteren kwam er goed nieuws van de Nationale Bank. Volgens Gouverneur Guy Quaden zou de groeiverwachting voor ons land immers hoger uitvallen dan verwacht. In plaats van de voorspelde 2,2%, zal onze economie dit jaar normaalgezien 2,5% van het BBP groeien. Hiermee doet ons land het opnieuw beter dan het gemiddelde van de Eurozone. Dat is intussen al een paar jaar het geval. En naar verwachting zal dat in 2007 ook zo zijn. Deze positieve cijfers zijn een goede zaak voor onze economie, voor onze ondernemingen en dus ook voor de werkgelegenheid. In de periode 2004-2007 zullen er naar verwachting meer dan 140.000 jobs in ons land zijn bijgekomen. En gezien de creatie van werkgelegenheid sneller gaat dan de bevolkingsaangroei, zal ook de werkloosheid in ons land de komende jaren dalen. Het feit dat België het al jaren een stuk beter doet dan de rest van de Eurozone mag dan misschien verbazen, maar de uitleg ervoor is vrij logisch. De kern van de Belgische groei is het vertrouwen van de consument. Daarover zijn intussen alle studies het eens. De combinatie van een gezonde begrotingspolitiek, een budgettair evenwicht en een dalende schuld, met algemene en doelgerichte lastenverlagingen, bleek de goede hefboom voor meer consumptie. Dat weet de bouwsector beter dan wie ook. De bouw doet het zeer goed en had in 2005 zelfs een groei van 5,4%, een trend die zich nu in 2006 verder zet. En ook in de bouw is het voornamelijk dankzij de sterke woningbouw en dus private consumptie dat die groei mogelijk werd. Het is dus mede dankzij de bouw, met haar aandeel van bijna 5% van het BBP, dat onze Belgische economie de voorbije jaren voortreffelijk heeft gepresteerd. Een andere belangrijke economische indicator is het aantal buitenlandse investeringen. Uit het laatste rapport van Ernst&Young blijkt dat volgens internationale bedrijfsleiders België de voorbije drie jaar duidelijk attractiever is geworden. Voor wat betreft het aantal buitenlandse investeringen is ons land in 2005 gestegen van de negende naar de vierde plaats in Europa. Met 180 investeringen heeft België overigens maar één investering minder dat Duitsland dat op de derde plaats staat. Het zijn cijfers die niet zomaar uit de lucht komen vallen. Ik denk dat ik hier mag zeggen dat ze mede het resultaat zijn van jarenlange inspanningen en hervormingen. En dan bedoel ik niet alleen van de regering, maar ook van de sectoren. Zo doen we gezamenlijk inspanningen om iets te doen aan onze grootste concurrentiele handicap, namelijk de loonkost. De bouwsector draagt bijvoorbeeld met haar all-in akkoorden sterk bij tot de loonmatiging. Dit is niet nieuw voor de sector. De bouw doet dit al acht jaar en is hiermee een trendsetter. Dankzij deze akkoorden, en uiteraard ook de aanpassing van de indexkorf, zullen we er in 2005-2006 in slagen om de lonen minder te laten stijgen dan de afgesproken norm. Dit is een grote verdienste. Maar ook de resultaten van de lastenverlagingen van de federale regering beginnen steeds meer duidelijk te worden. Ik geef hierover de meest recente cijfers. Tussen 1995 tot 1999 steeg de fiscale en parafiscale druk in ons land van 42,85% naar 44, 74%. In vier jaar is de druk dus bijna twee procent omhoog gegaan. En zoals u weet is het laten stijgen van de belastingsdruk veel gemakkelijker dan om die opnieuw te laten dalen. Toch hebben we met veel inspanningen die trend kunnen keren. Volgens deze nieuwste cijfers zal de fiscale en parafiscale druk in 2007 teruggebracht zijn tot 43,87%. Nog interessanter zijn de lasten op arbeid die sinds 1999 zijn gedaald met 1,45%. Sta mij toe dit een eerste ommekeer te noemen. Dit is de weg waarop we moeten verdergaan. Dit is ook de manier waarop we aan onze competitiviteit moeten werken. En laat mij eerlijk zijn, of dit competitiviteitspact er nu deze week komt of over een kleine maand, maakt voor mij niet zoveel uit. Zolang het er maar komt, en wees gerust, het zal er komen. Er zullen in en rond dit competitiviteitspact ook een aantal belangrijke zaken voor de bouwsector zitten. Bijvoorbeeld de BTW voor renovatie. Zoals u weet geldt vandaag niet 6% maar 21% BTW voor renovatie wanneer enkel de gevel van een huis of een gebouw blijft staan. De logica hiervan was dat dit eigenlijk een soort van nieuwbouw was. Dit zal veranderen. Over de modaliteiten moet nog gediscuteerd worden, maar in elk geval zal in een ruim aantal gevallen van vernieuwbouw de BTW sterk verlaagd worden. Een ander belangrijk punt is het lastenvriendelijk maken van de overuren. Het probleem is eenvoudig. Een uur in het zwart brengt voor een bouwvakker meer op dan een uur in het wit. Het maakt dat voor velen van zwart naar wit gaan weinig motiverend. De enige remedie is de kost van overuren voor de werkgever verlagen en het voordeel voor de werknemer verhogen. Uiteindelijk moet voor de werknemer een wit uur evenveel opbrengen als een zwart uur, met dat verschil dat hij vakantierechten, eindejaarspremie en verhoogde sociale zekerheidsrechten opbouwt. Waar we ook iets aan doen, en dat staat los van het competitiviteitspact, is de oneerlijke concurrentie. Vanaf 1 juli zal één oorzaak van oneerlijke concurrentie alvast achter ons liggen. Sinds de laatste uitbreiding van de Europese Unie was het immers voor Oost-Europeaan mogelijk om hier te komen werken, maar was het voor onze bedrijven onmogelijk om hen aan te werven. Deze situatie was bijzonder vervelend voor de bouw waar meer dan voldoende openstaande vacatures zijn. Met de oplossing van de knelpuntberoepen, waartoe de bouw behoort, zal dit probleem over enkele weken zijn opgelost. Een ander probleem van oneerlijke concurrentie is die tussen bedrijven die in het wit werken en deze die nogal wat zwartwerk toelaten. De controle daarop was totnogtoe weinig efficiënt en weinig doorzichtig. Daarom hebben we een Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst, de zogenaamde SIOD opgericht. Deze SIOD zal de huidige inspectiediensten beter aansturen en ondersteunen. Het is niet de bedoeling van de SIOD om een heksenjacht te organiseren, laat dat duidelijk zijn. De bedoeling is om gevallen van ernstige oneerlijke concurrentie zoveel mogelijk uit onze economie te bannen en dus de eerlijke ondernemers te belonen. Dames en heren, De bouwsector is een belangrijke sector. Ze is ook een goede indicator. Hoe meer er gebouwd wordt in ons land, hoe beter het gaat met onze economie. We zullen u met de regering dan ook blijven steunen waar we ook kunnen. Maar de bouw is ook meer. Ze is als het ware een onderdeel van het leven van elke Belg. Bouwen of verbouwen is van elk van onze landgenoten een grote droom. Een droom die dankzij u dikwijls uitkomt. De Confederatie Bouw is dan ook een beetje een droomfabriek. Al zestig jaar lang. Ik wens u met deze verjaardag te feliciteren en wens u allen nog veel succes toe. Ik dank u.