Toespraak Premier: de Voorzitterswissel van het VBO
Toespraak bij de Voorzitterswissel van het VBO.
Brussel, 28 april 2005
Toespraak bij de Voorzitterswissel van het VBO. Brussel, 28 april 2005
Mijnheer de voorzitter, Dames en heren, Drie jaar terug, in april 2002, gaf Luc Vansteenkiste als kersverse voorzitter van het VBO een interview. Het is altijd even schrikken wanneer je oude interviews na jaren opnieuw leest. Maar bij Luc Vansteenkiste viel dat goed mee. Hij was voorzichtig, en op te gevaarlijke vragen gaf hij het toen nog populaire antwoord: geen commentaar. Het grootste verschil tussen het interview van toen en de meer recente interviews zit hem in een klein detail. Hij zei, tussen enkele lijnen door, «Ik denk dat het voorzitterschap zo'n 20 procent meer werk zal betekenen voor mij». Ik heb die uitspraak sindsdien nergens meer gelezen. Het moet gezegd, het waren ook niet de meest evidente drie jaren. Een tewerkstellingsconferentie en de voorbereidingen van het eindeloopbaandebat. Bovendien gingen Tony Vandeputte en Guy Keutgen, twee ervaren boegbeelden van het VBO, op pensioen. Maar bovenal zullen de zware onderhandelingen met de sociale partners rond het interprofessioneel akkoord door geen enkele van de betrokkenen snel vergeten worden. De laatste IPA-onderhandelingen, onder voorzitterschap van Luc Vansteenkiste, hadden het scenario van een spannende thriller. De ouverture van de discussie begon al deze zomer. De maanden nadien werden de spanningen hoger en de loopgraven dieper. In bijna onmogelijke omstandigheden begonnen de eigenlijke onderhandelingen. Alle media die op spektakel hadden gehoopt, hebben hun zin gekregen. Nachtelijke bijeenkomsten, vermoeide gezichten, hoop en wanhoop die elkaar afwisselden, gissingen en commentaren tot zelfs artikels over onderhandelingstechnieken. Deze week zegt Luc Vansteenkiste in een interview dat hij nooit de job van premier zou willen doen. Ik kan u zeggen, bij het zien van deze IPA-onderhandelingen, ben ik ervan overtuigd dat ik ook nooit VBO-voorzitter zou willen worden. Maar ondanks alle sceptici en cynici, heeft de IPA-thriller een plot gekregen met een goed einde. Goed voor zowel werknemers als werkgevers, maar vooral goed voor onze economie. Sta mij toe dit nog even te herhalen. Ploegenarbeid wordt goedkoper voor de werkgevers. Overuren worden flexibeler en goedkoper: voortaan mogen werknemers 130 overuren doen en voor de eerste 65 overuren is er een fiscaal voordeel van 16,5% voor de werknemer en 16,5% voor de werkgever. Er is een lastenverlaging voor de laagste lonen om werken opnieuw aan te moedigen. Er komt een belastingsvrij maandloon voor creatieve werknemers. Allemaal maatregelen die zorgen voor meer flexibiliteit en bijkomende lastenverlagingen. Hiermee heeft het IPA dus bijgedragen aan de noodzaak van het wegwerken van de twee grote pijnpunten van onze economie, namelijk flexibiliteit en lasten op arbeid. Ondanks de oprispingen in verschillende sectoren, waar soms nog geen een oplossing voorhanden is, ben ik ervan overtuigd dat, in het algemeen, de verdienste van het interprofessioneel akkoord is dat het een nieuwe impuls heeft gegeven aan de sociale vrede. En zoals u, als bedrijfsleiders, zeer goed weet, is de sociale vrede voor buitenlandse investeerders een reden om naar ons land te komen en voor Belgische bedrijven een reden om in ons land te blijven. Dat deze sociale vrede is behouden, is in grote mate te danken aan Luc Vansteenkiste, aan zijn diplomatie, zijn verantwoordelijkheidszin en zijn doorzettingsvermogen, of koppigheid als u wil. Het is misschien niet de gewoonte, maar voor deze koppigheid wil ik hem in elk geval van harte bedanken. De nieuwe voorzitter, Jean-Claude Daoust, kan dan ook onder een goed sociaal gesternte starten. Dit zal ook nodig zijn, als we zien welke uitdagingen op ons afkomen. Het debat over de eindeloopbaan komt in zijn finale fase. Er zullen keuzes gemaakt moet worden. Belangrijke keuzes gezien dit debat de veerkracht van onze economie voor de komende jaren zal bepalen. Bovendien start de nieuwe voorzitter met het nieuws van een minder aangename groeivertraging. Dit is geen reden om in paniek te slaan, maar evenmin om dit te negeren. Toen Luc Vansteenkiste voorzitter werd, drie jaar terug in de nasleep van 11 september, waren de groeiverwachtingen evenmin hoopgevend. De remedie die we toen hebben gebruikt, was, naast de uitvoering van de lastenverlagingen, het nemen van bijkomende doelgerichte lastenverlagingen. In combinatie met een begroting in evenwicht. Dat heeft toen gewerkt. Onze economie doet het sindsdien systematisch beter dan die van de buurlanden. Ik ben er daarom van overtuigd dat we hiermee moeten doorgaan. We mogen in geen geval de weg van de lastenverlagingen verlaten. Integendeel, we moeten die weg breder maken en nog doelgerichter maken. Gezien de professionele achtergrond van de nieuwe voorzitter, ben ik ervan overtuigd dat we dit net zoals de voorbije drie jaar ook de volgende drie jaar samen zullen realiseren. Dames en heren, Na de onderhandelingen rond het interprofessioneel akkoord werd Luc Vansteenkiste tot ridder geslagen. Hij grapte toen dat hij in plaats van zijn oprit nu een ophaal brug zou plaatsen. Luc kennende denk ik niet dat hij ooit die brug naar boven zou ophalen. Maar ik denk wel dat hij een beetje is opgelucht dat hij niet meer aan de Ronde Tafel moet zitten. Luc, zelf zeg je dat die drie jaar de meest interessante van uw leven waren. Ik wil tot u zeggen, ik vond ze niet alleen zeer interessant, ik vond ze ook aangenaam en ik zal ze missen. Ik dank u.