24 sep 2003 20:00

Toespraak van eerste minister Guy Verhofstadt - Unizo

Mijnheer de voorzitter
Dames en heren

Als het jaar 2003 ooit het predicaat ,,historisch?? zal verdienen, dan zal dat waarschijnlijk zijn omdat het een jaar was met een uitzonderlijk lange en hete zomer, waarvan op de laatste dag ook nog de eerste, bijna legendarische weerman van Vlaanderen overleed.

Mijnheer de voorzitter Dames en heren Als het jaar 2003 ooit het predicaat ,,historisch?? zal verdienen, dan zal dat waarschijnlijk zijn omdat het een jaar was met een uitzonderlijk lange en hete zomer, waarvan op de laatste dag ook nog de eerste, bijna legendarische weerman van Vlaanderen overleed.

Tegenover dergelijke evenementen past enige bescheidenheid. En dus zal men later, in de geschiedenisboeken, misschien ooit in een voetnoot vermelden dat er op 18 mei parlementsverkiezingen plaatsvonden, waarbij de kiezer een groot vertrouwen schonk aan de partijen van de vorige regering. En dat er nadien een moeizaam formatieberaad volgde, omdat vier winnaars rond de tafel zaten,die dat een jaar later nog eens wilden overdoen. Ik wil het hier vandaag hebben over de ambities van deze nieuwe, paarse regering. En ik wil daarbij proberen los te komen van de eerste verhitte indrukken tegen de achtergrond van een lange, hete zomer. Ik wil een beetje perspectief bieden, tot ver voorbij de beeldbuis in ons salon. Het is al weer bijna een half jaar geleden sedert de vorige regering, de paarsgroene, min of meer haar activiteiten stopzette nadat het parlement was ontbonden. Met al een beetje afstand tot dat gebeuren, wil ik nog even in herinnering brengen welke maatregelen werden getroffen. Alleen al voor de zelfstandige ondernemers vermeld ik de verhoging van het minimumpensioen met 10 %, de afschaffing van de penalisatie bij vervroegd pensioen voor wie een volledige loopbaan achter de rug heeft, de verruiming van de fiscale aftrek voor het vrij aanvullend pensioen, de verhoging van de kinderbijslagen met 180 ? per jaar, de elektronische BTW-aangifte, de verhoging van de ziekte-uitkering, de versoepeling van de faillissementsverzekering, het eigen statuut voor de meewerkende echtgenoot, de verlaging van de vennootschapsbelasting voor KMO?s tot 24 %, de mogelijkheid om een belastingvrije investeringsreserve aan te leggen, en last but not least de verlaging van de personenbelasting. Ik vermeld dit niet als een soort catalogus of palmares, maar omdat ik in de vele hervormingen van het vorige kabinet de enige plausibele reden vind waarom ons land van de drie jaar van laagconjunctuur die wij hebben gekend, minder geleden heeft dan onze buurlanden. En dit in tegenstelling tot de economische crisissen in 1993 en de vroege jaren tachtig, toen België de zwaarste klappen incasseerde. De vorige maal dat er drie jaar na elkaar een groei van 1 % of minder werd opgetekend, in de jaren 1980-1982, kende ons land een devaluatie, indexsprongen en zelfs algemene stakingen. Ik wil de diepgang van de huidige crisis, die nu toch stilaan naar haar einde schijnt te lopen, niet ontkennen, zeker niet bij ondernemers die ze van alle bevolkingsgroepen het hardst hebben gevoeld. Maar men kan ook niet ontkennen dat de algemene wanhoop die in de vroege jaren tachtig in ons land heerste nu is uitgebleven. Dat is omdat we ons begrotingstekort in toom hebben gehouden en ver blijven van de 2 tot 4 % deficit in al onze buurlanden. Dat is omdat we hervormingen hebben doorgevoerd die de economie hebben gestimuleerd en versterkt. En dat is ook omdat we vermeden hebben met een extreme besparingswoede het schamele vertrouwen te versmachten. Maar ik wou het vooral over de nieuwe regering hebben. Wat mij opvalt, hoe meer ik de dossiers op mijn bureau vandaag verwerk, is dat we met dit nieuwe kabinet, na een reeks bijna vanzelfsprekende hervormingen onder paarsgroen, tot de werkelijke knelpunten van het beleid aan het doorstoten zijn. Ik som ze even op: waarheen evolueert onze economie in een eengemaakt Europa en een globaliserende wereld? Welk soort overheid willen we, een slaafse, gepolitiseerde, of een zelfbewuste en tot op zekere hoogte autonoom denkende? Waar ligt de grens van de betaalbaarheid inzake sociale zekerheid, en hoeveel daarvan kunnen we besteden aan de onvermijdelijk stijgende kosten in pensioenen en gezondheidszorg? Wat doen we met de aangegane verplichtingen inzake het terugdringen van het broeikaseffect? Als ik dat alles in een beeld zou mogen samenvatten, dan denk ik niet te overdrijven wanneer ik zeg dat we met de vorige, paarsgroene regering vooral de achterstand van het verleden, de erfenis van een langdurige stagnatie hebben opgeruimd. En dat we met de nieuwe, paarse regering vooral knopen moeten doorhakken om de toekomst voor te bereiden. Wat we dus nodig hebben is enig perspectief. Wat we nodig hebben is dat de aanwezige brain power in dit land wat verder kijkt dat de profijtjes en belangen van vandaag, en mee nadenkt over de toekomst van België en dit stuk Europa. In die zin is ook de idee van een geconcentreerde actie voor meer jobs tot stand gekomen. Wie de ambitie van 200.000 nieuwe jobs als een louter stunt afdoet, heeft er eigenlijk niets van begrepen. Daar is goed en grondig over nagedacht. Ik ben blij dat directeur Jan Smets van de Nationale Bank vorige week een studie heeft uitgebracht waaruit blijkt dat onze ambitie om 200.000 jobs te creëren eigenlijk onder de doelstelling blijft van wat Europa ons vraagt. Daarmee is de oeverloze discussie rond een inmiddels bijna mythisch geworden cijfer van de baan, hoop ik. Maar ik wil een perspectief aanreiken dat verder gaat. Als we meer werkgelegenheid willen scheppen en de werkloosheid willen doen dalen dan is dat ook omdat we enkel op die manier het draagvlak van de sociale zekerheid kunnen verstevigen. Werk is, dat zeggen alle experts, ook het beste recept tegen sociale uitsluiting en armoede. Daarnaast heeft de minister van Werk in zijn recente en veelbesproken studie over de toenemende kosten van de gezondheidszorg en de pensioenen duidelijk gemaakt hoe fragiel de financieringsmarges zijn. Voeg daar aan toe dat tussen nu en tien jaar een einde komt aan een aantal demografische trends, zoals de intrede van de baby-boomgeneratie op de arbeidsmarkt en de stijging van het percentage werkende vrouwen, en het is duidelijk dat de sociale zekerheid maar zal overleven door een maximale investering van middelen en krachten in de tewerkstelling. Dit is een eerste grote werf die we met dit kabinet aanvatten. Het is ongetwijfeld ook de meest cruciale. Maar ik wil het hier vandaag ook hebben over de tweede grote werf: het sociaal statuut van de zelfstandigen. Nog dit najaar, vermoedelijk in november, willen we een Conferentie opstarten die tot opdracht heeft een nieuw, volwaardig statuut voor de zelfstandige ondernemer uit te tekenen. Op die manier willen we proberen een politieke knoop door te hakken die we toch ook al minstens tien jaar achter ons aan slepen. De krijtlijnen daarvan staan al in het regeerakkoord. Aan die conferentie willen we voorstellen dat de zelfstandigen een volwaardig pensioenstelsel zouden krijgen via een kapitalisatiestelsel dat bestemd is voor alle zelfstandigen en nauw verbonden blijft met de eerste pijler. Ten tweede zullen we voorstellen dat de zogenaamde kleine risico?s in de gezondheidszorg in de verplichte ziekteverzekering van de zelfstandigen zouden opgenomen worden. Ten derde willen we het verzekeringskarakter van de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid en voor invaliditeit van de zelfstandigen versterken. Dit zal, zo staat er letterlijk in het regeerakkoord, zich vertalen door een zekere aanpassing van de bijdrageplafonds, onder meer om de integratie van de kleine risico?s te financieren. Naast de inbreng via bijdragen van de zelfstandigen, waarvoor de conferentie uitgenodigd zal worden nieuwe modaliteiten vast te stellen, zal ook de regering middelen ter beschikking stellen. Ik vraag alleen aan alle betrokkenen om met een open geest deze discussie voor te bereiden. Enkel op die manier kan nog in deze legislatuur een sociaal statuut voor zelfstandigen worden gecreëerd dat de volgende kwarteeuw kan doorstaan. Naast deze belangrijke hervorming zal de regering ook op andere terreinen haar aandacht voor de zelfstandige ondernemers niet laten verslappen. De minister van Binnenlandse Zaken, die in tegenstelling tot de vorige regering ook vice-premier is, en de minister van Economie hebben van de veiligheidsproblematiek voor ondernemingen een aandachtspunt in hun actie gemaakt. Aan betere coördinatie van politie, overheid en ondernemingen, ingebed in de lokale veiligheidsplannen en gericht op de specifieke veiligheidsnoden van ondernemers, wordt op het terrein al gewerkt. Daarnaast is men bij Binnenlandse Zaken bezig met de uitwerking van een label, dat op basis van voor iedereen gelijke standaarden inzake beveiliging, zal toegekend kunnen worden aan ondernemingen. Die zullen, wanneer hen dat label wordt toegekend voor investeringen in hun eigen veiligheid, recht krijgen op het fiscaal gunsttarief voor deze investeringen en op redelijke verzekeringspremies. Laat me, als laatste punt, ook nog even iets zeggen over de fiscale regularisatie. Vanaf 1 januari 2005 wordt de nieuwe Europese spaarrichtlijn van kracht. Bij zo?n evolutie kan men, uit een verkeerd begrepen vorm van heiligheid, niets doen. De fiscale inkomsten van alle tegoeden van Belgen in het buitenland blijven dan overwegend in de landen waar ze al belegd waren. Of we kunnen proberen een deel van dat geld te recupereren, binnen een beperkte periode en via een rechtvaardige procedure voor de fiscale zondaar, dus zonder vervolging, maar met een redelijk tarief. Daarbij moeten uiteraard alle waarborgen getroffen worden tegen het witwassen van crimineel geld. De wetsontwerpen die we vrijdag op de ministerraad in een eerste versie hopen goed te keuren, voldoen aan deze voorwaarden. Op 1 januari a.s. wordt de mogelijkheid ingevoerd van een éénmalige bevrijdende aangifte die één jaar - en niet langer -, van kracht zal blijven. Wie zijn spaargeld van voor 1 juni 2003 - datum waarop wij de maatregel hebben bekend gemaakt - terugbrengt zal twee mogelijkheden krijgen. Ofwel plaatst hij dat geld zonder bijkomende voorwaarden op een rekening in België en dan geldt een tarief van 9%. Ofwel gebruikt hij het voor een duurzame investering (risicokapitaal in een onderneming, bouwen of renoveren van een woning, deelname aan een starters- of participatiefonds) in welk geval het tarief 6% bedraagt. Het zijn de financiële instellingen op wiens rekeningen het buitenlands spaargeld wordt gestort die zullen controleren dat het niet gaat om crimineel of witwasgeld en die gebeurlijk - zoals dat nu reeds geldt - de anti-witwascel zullen inschakelen. In elk geval wordt er een volledige confidentialiteit gewaarborgd ten aanzien van de fiscale administratie. Dames en heren Ik heb in de voorbije minuten, zonder volledig te willen zijn, enig perspectief willen geven aan het werk van de nieuwe regering. Ik denk dat we aan het begin van een legislatuur moeten durven vooruitdenken, om uiteindelijk ook vooruit te kunnen gaan. Ook al wordt in belendende bestuursniveaus stilaan weer wat verkiezingskoorts opgetekend. Ik heb aan de vele zelfstandige ondernemers in Vlaanderen geen spectaculaire financiële steun vanuit de overheid aan te bieden. Ik hoop dat men begrijpt dat dit na drie jaar laagconjunctuur onvermijdelijk is. Wel is er de ongebroken wil om ons land fitter, efficiënter, ondernemingsvriendelijk en sterker te maken, via een reeks noodzakelijke hervormingen. En ik ben ervan overtuigd dat ik daarmee op dezelfde golflengte blijf als die vele zelfstandige ondernemers hier aanwezig. Ik dank U.