Toespraak Verhofstadt - automotive park volkswagen

Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt bij de eerste spadesteek van het Automotive Park van Volkswagen. Brussel, 19 april 2005.

Dames en heren, Ik hoor al een tijdje de onheilsprofeten niet meer die het definitieve einde van de industrie en meer bepaald de auto-industrie in België voorspelden. Dat was twee jaar geleden anders. Er waren moeilijkheden. Ook in België. Ook in de auto-industrie. Dat zal niemand ontkennen. Toch heb ik steeds geweigerd om die onheilsprofeten te geloven. Wij hebben met de hele regering steeds geweigerd om ons neer te leggen bij de idee dat België als klein land toch niet het verschil kan maken in onze geglobaliseerde economie. Dat de Belgische economie slechts kan ondergaan. Daarom hebben we nooit opgehouden met maatregelen nemen om onze economie zuurstof te geven en om onze arbeidsmarkt aantrekkelijk te maken. Met onze beslissingen wilden we onze strategie ten aanzien van de werkgelegenheid en de industrie veranderen van een defensieve naar een offensieve aanpak. In plaats van af te wachten op beslissingen en evoluties van buitenaf, hebben we zelf het heft in handen genomen om België opnieuw aantrekkelijk te maken. We hebben de voorbije jaren de belastingen op lonen doen dalen. We hebben verschillende fiscale maatregelen genomen om investeringen in ons land aantrekkelijk te maken. Op de vorige ministerraad nog hebben we de belastingen op nacht - en ploegarbeid opnieuw verlaagd en hebben we overuren flexibeler en goedkoper gemaakt. Ik denk dat verschillende van deze maatregelen intussen hun effect hebben gehad. Niet in het minst voor de auto-industrie. Want ik mag zeggen dat die het goed doet in ons land. Opel en Volkswagen draaien op volle toeren. Ford heeft ondanks de moeilijke en pijnlijke herstructurering niet alleen beslist om in België te blijven, maar bovendien om opnieuw te investeren. Volvo Gent heeft meer dan 2000 nieuwe jobs gecreëerd. En vandaag steken we de eerste spade in de grond waarop Volkswagen een nieuwe en groot Logisitiek Centrum en een Industriepark zal bouwen. Dit is het bewijs dat de zogenaamde onheilsprofeten met hun pessimistische voorspelling ongelijk hebben. Er is niet alleen nog plaats voor industrie in ons land, de industrie en zeker de auto-industrie bloeit in ons land. Dames en heren, Het Automotive Park van Volkswagen toont niet alleen aan dat de auto-industrie in ons land toekomst heeft, maar ook dat ze die toekomst zelf durft af te dwingen. Met een strategische locatie en met strategische keuzes bewijst Volkswagen dat corporate governance en efficiënt management perfect kunnen samengaan. Het centraliseren van de logistiek, het groeperen van de toeleveranciers en het beter aansluiten op de weg en het spoor zullen zorgen voor minder tijdverlies, minder transport en verkeer en dus voor minder hinder voor de omwonenden en het milieu. Bovendien geeft de uitbouw van Autovision deze regio werkgelegenheid en zekerheid. De nieuwe impuls die dit Automotive Park zal geven aan de regio, zal ook afstralen op het investeringsklimaat van ons land. Dat een belangrijk bedrijf als Volkswagen investeert in ons land, zal andere twijfelende ondernemingen mee over de streep trekken. Ik houd er dan ook aan om Volkswagen te feliciteren. En ik ben er zeker van dat de duizenden mensen die hier dagelijks passeren, zullen denken bij het zien van deze: inderdaad, de auto-industrie heeft toekomst in ons land. Ik dank u.