11 jan 2007 20:23

Toespraak Verhofstadt - diner ter ere van Dhr. Shinzo Abe, Eerste Minister van J

Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt, ter gelegenheid van het diner ter ere van Dhr. Shinzo Abe, Eerste Minister van Japan

Toespraak van Eerste Minister Guy Verhofstadt, ter gelegenheid van het diner ter ere van Dhr. Shinzo Abe, Eerste Minister van Japan

Mijnheer de Eerste Minister, Mevrouw, Excellenties, Eminente Genodigden, Het is een grote eer en een privilege voor ons om u, Mijnheer de Eerste Minister, samen met uw charmante echtgenote, hier in Brussel te mogen verwelkomen naar aanleiding van uw eerste officiële bezoek aan Europa. We waarderen ten zeerste dat u voor Europa, en inderdaad voor België, hebt gekozen als eerste bestemmingen buiten Azië in uw nieuwe functie. Dit gebaar symboliseert het groeiende partnerschap tussen de Europese Unie en Japan, de toegenomen samenwerking met de NAVO en de zeer vriendschappelijke relatie tussen onze beide landen. Mijnheer de Eerste Minister, De bilaterale relaties tussen Japan en België zijn inderdaad uitstekend en dit op elk niveau, te beginnen met het hoogste niveau. De zeer hechte banden tussen de Japanse keizerlijke familie en de Belgische koninklijke familie zijn ons allen bekend en worden wederzijds gekoesterd. Ook op regeringsniveau verheugen we ons over de nauwe betrekkingen, zoals blijkt uit de grote toename gedurende de laatste jaren van het aantal ministeriële contacten. In dit opzicht wens ik te herinneren aan de hartelijke ontmoeting die ik in november 2005 in Tokyo gehad heb met uw voorganger, Eerste Minister Koizumi. Graag verwijs ik ook naar de gesprekken met de Minister van Buitenlandse Zaken, Dhr. Taro Aso, na diens bezoek vorig jaar aan de NAVO. En in het licht van België's lidmaatschap van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties tijdens de komende twee jaar, zijn we zonet ook overeengekomen om onze politieke dialoog nog te versterken alsook onze samenwerking in internationale kwesties van gemeenschappelijk belang, zoals Afrika, Noord-Korea, de hervorming van de Verenigde Naties om er maar enkele te noemen. Maar misschien is de meest solide basis voor de goede verstandhouding tussen België en Japan wel het volk, de burgers van onze beide landen. De intensieve handel en de culturele uitwisselingen tussen ons zijn inderdaad de vrucht van hun initiatieven, hun activiteiten en hun inspanningen. Ik ben dan ook zeer verheugd dat verschillende van de meest prominente actoren en promotors van onze voortreffelijke relaties – bedrijfsleiders, academici, vertegenwoordigers van de culturele sector – hier vandaag aanwezig zijn. Zij verpersoonlijken de diversiteit en het dynamisme van onze betrekkingen. Mijnheer de Eerste Minister, De Japanse gemeenschap in België die meer dan 6.000 zielen telt en die zeer actief gesteund en vertegenwoordigd wordt door de "Nihonjinkai" en de Belgian-Japan Association – draagt substantieel bij tot het economische, sociale en culturele leven in ons land. Beste Japanse expats, uw toegevoegde waarde voor ons land is groot en wij zijn u daar zeer dankbaar voor ! Japan is de tweede buitenlandse rechtstreekse investeerder in België met bijna 5 miljard Euro. Meer dan 240 Japanse ondernemingen hebben zich hier gevestigd en de Europese hoofdzetel van ongeveer 50 van hen bevindt zich in of rond Brussel. Ik ben geneigd te geloven dat deze cijfers overtuigend aantonen dat uw landgenoten zich thuis voelen in ons land en dat zij ons ondernemersklimaat waarderen. Maar het kan altijd beter. We werken er hard aan om de bilaterale handel en investeringen nog gemakkelijker en zelfs winstgevender te maken. Met genoegen vermeld ik enkele van de nieuwe maatregelen die wij hiertoe genomen hebben. De fiscaal zeer voordelige notionele intrestafrek, de oprichting van een ruling dienst voor fiscale zaken, de verlaging van de roerende voorheffing voor onderzoekers, de vermindering van de belastingen op nacht- en ploegenarbeid in de industrie, de afschaffing van de roerende voorheffing op de dividenden betaald door Belgische dochterondernemingen aan hun moederondernemingen, de vrijstelling (vanaf april 2007) van arbeidsvergunning voor buitenlandse "kenniswerkers", en administratieve hervormingen die het mogelijk maken een bedrijf op te starten in drie dagen. Wat meer in het bijzonder de grote Japanse gemeenschap in België betreft, verheugt het me te kunnen verwijzen naar de Sociale Zekerheidsovereenkomst die in alle stilte in werking trad terwijl we allen Nieuwjaar vierden, op 1 januari 2007. Voortaan dienen Japanse expats in België gedurende vijf jaar geen sociale zekerheidsbijdragen te betalen in ons land. Het is dan ook mijn wens en mijn bedoeling om, in het verlengde van deze overeenkomst, een gezamenlijke inspanning te leveren om het veertig jaar oude en dus voorbijgestreefde verdrag ter vermijding van dubbele belastingen te moderniseren. Ik ben er ook van overtuigd dat de herstelling van de rechtstreekse luchtverbinding tussen onze beide landen, zowel voor passagiers- als voor vrachtvluchten, een nieuwe dimensie kan geven aan onze economische en onze menselijke relaties. We moeten verder samenwerken om dat doel te bereiken. Dames en Heren, De tijd waarin we leven is ook zeer boeiend op gebied van onze culturele, wetenschappelijke en menselijke relaties. Zoals u weet, heeft België deelgenomen aan de schitterende en zeer succesvolle Wereldtentoonstelling in Aichi. Momenteel worden meesterwerken uit de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België tentoongesteld in Nagasaki. Hier in Brussel werd in maart 2006 een Museum voor Japanse Kunst geopend. Deze initiatieven dragen ongetwijfeld bij tot een betere kennis en waardering door het Belgische en Japanse publiek van de pracht en rijkdom van ons respectievelijk cultureel erfgoed. Onze samenwerking strekt zich trouwens zelfs uit tot de ijsvlaktes van Antarctica. We bouwen inderdaad een Belgisch-Japanse wetenschappelijke samenwerking uit binnen de context van de Belgische onderzoeksbasis, de eerste op Antarctica met nulemissie, die wordt opgericht in de nabijheid van een bestaande permanente Japanse basis. Mijnheer de Eerste Minister, Ik moet u bekennen dat ik persoonlijk dol ben op sushi, zoals vele Belgen trouwens. Anderzijds zijn, naar ik vernam, erg veel Japanners verlekkerd op Belgische chocolade. Vindt u ook niet dat deze wederzijdse blijk van bijzonder goede smaak een optimale basis vormt voor zoete betrekkingen tussen onze landen? Laten we ons blijvend inzetten voor de verdere ontwikkeling van dit succesvolle partnerschap! Tot besluit wens ik u, Mijnheer de Eerste Minister, uw echtgenote en uw eminente delegatie, alle succes toe tijdens uw gewaardeerd bezoek aan ons land. Mag ik u verzoeken, Dames en Heren, om samen het glas te heffen op de Belgisch-Japanse vriendschap. Kampai shimashoo Ik dank u.