25 mrt 2005 16:00

Toezicht op de kredietinstellingen

Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, nam de Ministerraad in tweede lezing kennis van een ontwerp van wet, houdende aanpassing van de wet (*) betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet (**) op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet (***) inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs en de wet (****) betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, en de heer Marc Verwilghen, Minister van Economie, nam de Ministerraad in tweede lezing kennis van een ontwerp van wet, houdende aanpassing van de wet (*) betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet (**) op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet (***) inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs en de wet (****) betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Het ontwerp houdt rekening met de aanbevelingen van de Raad van State en wordt eerstdaags bij het Parlement neergelegd. Het zet de Europese richtlijn (*****) betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat in Belgisch recht om. De richtlijn verplicht de lidstaten van de Europese Economische Ruimte dit aanvullend toezicht uit te oefenen. Met de ontwikkeling van de 'bancassurance' en 'assurbanking' concepten en de opkomst tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw van financiële groepen die actief zijn in de bank-, verzekerings- en beleggingsdienstensector, werd een passend prudentieel toezicht op dergelijke transsectorale financiële groepen en een adequate wetgeving als onderbouw voor dit toezicht noodzakelijk. De problematiek werd steeds belangrijker, aangezien een aantal van deze groepen tot de allergrootste financiële groepen behoren en problemen met een of meerdere ervan de financiële markten zouden kunnen destabiliseren (zogenaamde 'systeemrisicogroepen'). Een passend prudentieel toezicht op de financiële conglomeraten wordt algemeen erkend als noodzakelijk om de spaarders, investeerders en verzekeringsnemers te beschermen en om meer algemeen de stabiliteit en het vertrouwen in het financiële systeem te vrijwaren. Het ontwerp preciseert, verbetert de wet (****) betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles en vult ze met diverse bepalingen aan. De voorgestelde legistieke aanpak volgt de zogenaamde 'Lamfalussy'-architectuur, die in de Europese Unie is ingesteld voor een efficiënter wetgevingsproces in de financiële sector. Hij houdt rekening met diverse technische problemen die bij het gebruik ervan zijn opgedoken. (*) van 9 juli 1975. (**) van 22 maart 1993. (***) van 6 april 1995. (****) van 20 juli 2004. (*****) richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot wijziging van de richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad.