02 sep 2005 17:00

Verdrag auteursrecht

De Ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed houdende instemming met twee verdragen van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO) over de autueursrechten (WCT) en de uitvoering van fonogrammen (WPPT).
Het voorontwerp is een voorstel van de heer Karel de Gucht, Minister van Buitenlandse zaken.

De Ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed houdende instemming met twee verdragen van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO) over de autueursrechten (WCT) en de uitvoering van fonogrammen (WPPT). Het voorontwerp is een voorstel van de heer Karel de Gucht, Minister van Buitenlandse zaken.

Op 20 december 1996 keurden zo'n 100 lidstaten van de Wereld Organisatie voor Intellectuele Eigendom twee verdragen goed over de bescherming van auteurs en de bescherming van uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen. Die verdragen actualiseren het internationale systeem van bescherming van intellectuele eigendom en versterken de middelen ter bestrijding van de piraterij op wereldvlak. Het auteursrecht biedt bescherming aan letterkundige en kunstwerken, zodat de auteurs de mogelijkheid krijgen om bepaalde gebruiken van hun werken te beheersen. De naburige rechten (de rechten naburig aan het auteursrecht) bieden een gelijkaardige bescherming met betrekking tot de bijdrage van de natuurlijke personen of rechtspersonen die bijdragen tot de presentatie van het werk aan het publiek, zoals de uitvoerende kunstenaars, de producenten van fonogrammen en de omroeporganisaties. De bescherming van het auteursrecht en de naburige rechten is vastgelegd in de nationale wetgevingen van de verschillende landen. Internationale verdragen creëren een zekere band tussen verschillende nationale wetten, door ervoor te zorgen dat de creatievelingen een minimale bescherming kunnen genieten op grond van elke nationale wet. De verdragen eisen van de landen die toetreden tot het verdrag dat ze bepaalde rechten toekennen op niet-discriminatoire basis. De twee nieuwe WIPO Verdragen strekken ertoe de bescherming die de bestaande verdragen inzake auteursrecht en naburige rechten bieden, te actualiseren en te verbeteren. Die bestaande verdragen gaan tot meer dan een kwarteeuw terug, in een tijdperk voor het verschijnen van personal computers en voor de ontwikkeling van het internet. Het WCT en WPPT bevatten een zeker aantal nieuwe regels en laten toe om de bepalingen van de oude verdragen te preciseren. Ze bieden antwoord op de uitdagingen die de nieuwe digitale technologieën creëren. Om die reden staan ze ook bekend als 'De Internet Verdragen'. Verdrag van de WIPO inzake het auteursrecht Het Verdrag inzake het auteursrecht (WCT) vervolledigt de Berner Conventie voor de bescherming van letterkundige en kunstwerken en past haar aan de digitale omgeving aan. Dankzij de bepalingen van het WCT kunnen de auteurs een rechtsbescherming genieten in geval van distributie, commerciële verhuur en mededeling aan het publiek. Ook de beschikbaarstelling aan het publiek van hun werken op netwerkenvalt hieronder. De bescherming van computerprogramma's en van databanken werd uitdrukkelijk voorzien. Bovendien voorziet het Verdrag in verplichtingen betreffende de technische voorzieningen (bijvoorbeeld op het vlak van illegale pogingen om antikopieersystemen te omzeilen), en de informatie over het beheer van de rechten en de uitoefening ervan. Verdrag van de WIPO inzake uitvoeringen en fonogrammen Het verdrag inzake uitvoeringen en fonogrammen (WPPT) verbetert aanzienlijk de bescherming van uitvoerende kunstenaars en producenten. Het Verdrag verleent hun het uitsluitende reproductierecht, het distributierecht, de commerciële verhuur en de beschikbaarstelling aan het publiek van hun uitvoeringen en fonogrammen op netwerken. Bovendien wordt ten aanzien van de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen een recht op vergoeding voor de uitzending en elke andere vorm van mededeling aan het publiek voor commerciële doeleinden erkend. Net als het verdrag van de WIPO over het auteursrecht, bevat dit verdrag verplichtingen betreffende de technische maatregelen en de informatie over het beheer van de rechten en de uitoefening ervan. Ook zal voor de eerste maal een internationaal instrument de uitvoerende kunstenaars een aantal morele rechten waarborgen met betrekking tot hun hoorbare live-uitvoeringen of op fonogrammen vastgelegde uitvoeringen. De bepalingen van het verdrag zijn reeds aangepast aan de exploitatie van fonogrammen en uitvoeringen op het digitale netwerk: ze laat toe om voor de nieuwe diensten, minimale beschermingsregels uit te vaardigen, die nodig zijn op internationaal vlak. Dit verdrag dat is ontworpen als een actualisering van het Verdrag van Rome van 1961, zou tot een groot aantal toetredingen en een ruime internationale erkenning moeten leiden. Deze internationale verdragen zijn in werking getreden tijdens de lente van 2002. Ze vormden de gelegenheid voor de Europese Gemeenschap om voor de eerste maal toe te treden tot een verdrag van de WIPO in de sector van het auteursrecht.