20 okt 2016 13:37

Wijziging van bepalingen uit het Wetboek van economisch recht op het vlak van reprografie - Tweede lezing

Op voorstel van minister van Economie Kris Peeters keurt de ministerraad in tweede lezing een voorontwerp van wet goed tot wijziging van enkele bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht over reprografie.

Het voorontwerp van wet werd aan het advies van de Raad van State aangepast. Het voert enkele aanpassingen en verduidelijkingen door aan  boek XI van het Wetboek van economisch recht om gevolg te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU) van 12 november 2015. De krachtlijnen van het voorontwerp zijn:

  • De afschaffing van de forfaitaire reprografievergoeding

Wanneer een reproductie van een papieren of soortgelijke drager (input papier) op papier of op een soortgelijke drager (output papier) wordt verricht door een professionele eindgebruiker (bedrijf, bibliotheek, overheid) voor een ander gebruik dan voor privégebruik is voortaan enkel de evenredige vergoeding verschuldigd. Het gaat dus om de vergoeding die bepaald wordt in functie van het aantal reproducties van werken. De vergoeding die geheven wordt op apparaten (forfaitaire vergoeding) die buiten de privésfeer gebruikt worden, wordt dus afgeschaft. De apparaten die hoofdzakelijk worden gebruikt door de consumenten thuis zullen onder het systeem van de thuiskopie worden ondergebracht.

  • Alle reproducties in familiekring onder uitzondering voor privékopie

De forfaitaire vergoeding ter compensatie van de werkelijke schade die wordt veroorzaakt naar aanleiding van reproducties op papier, die in familiekring worden gemaakt, worden ondergebracht in het systeem van de uitzondering voor privékopie. In die hypothese is het niet mogelijk om een evenredige vergoeding te innen en is er dus geen cumul van de forfaitaire vergoeding en van de evenredige vergoeding.

  • Parallellisme uitzondering en vergoeding voor de uitzondering

De vergoeding voor reprografie kan slechts de schade compenseren die wordt veroorzaakt door reproducties die onder het toepassingsgebied vallen van de uitzondering voor reprografie en bijvoorbeeld geen vergoeding voor kopies uit illegale bron of kopies van bladmuziek kan omvatten.

  • Een eigen vergoedingsrecht voor uitgevers voor fotokopies

Het voorontwerp van wet voorziet een recht op vergoeding van de uitgevers dat zich onderscheidt van het recht op vergoeding voor reprografie van de auteurs en heeft geen negatieve invloed op de compensatie van de schade geleden door de auteurs als gevolg van de reproductiehandelingen die onder het toepassingsgebied van de uitzondering voor de reprografie vallen. Het gaat concreet om een vergoeding voor de reproductie van papieren of soortgelijke drager (input papier) naar papieren of soortgelijke drager (output papier). Het is dus niet de bedoeling om een vergoeding voor uitgevers te voorzien voor reproducties die gemaakt worden in een digitale context.

  • Eén enkele vergoeding voor alle uitzonderingen ten gunste van het onderwijs

Er wordt één enkele bepaling voorzien in het wetboek waarin alle relevante uitzonderingen ten gunste van het onderwijs zullen worden samengebracht (reproducties op papier, digitale reproducties, mededeling in een gesloten netwerk). Aan deze bepaling zal een enkele vergoeding worden gekoppeld. Dit laat enerzijds een administratieve vereenvoudiging toe (met bijvoorbeeld de mogelijkheid van betaling door de Gemeenschappen indien deze dit zouden willen), en anderzijds ook een grotere juridische zekerheid voor de onderwijsinstellingen.

Het voorontwerp van wet wordt ter ondertekening aan de Koning voorgelegd en wordt nadien bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers ingediend.