Aanmerking van het corona-ouderschapsverlof voor het pensioen van overheidspersoneel
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het corona-ouderschapsverlof in aanmerking neemt voor het pensioen van de personeelsleden van de federale, gemeenschaps- en gewestelijke overheden.
Naar analogie met het pensioen van de loontrekkenden, bepaalt het ontwerp dat het corona-ouderschapsverlof ook in aanmerking wordt genomen voor het pensioen van de personeelsleden van een federale, gemeenschaps- of gewestelijke overheid. Dit geldt ook voor personeelsleden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de Senaat of van een gemeenschaps- of gewestelijk parlement, of voor een personeelslid toegelaten tot de weddetoelage van een gemeenschap, wiens pensioen ten laste valt van de federale overheid of van het pensioenstelsel ingevoerd door de wet van 28 april 1958 over het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden.
Het ontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.
Ontwerp van koninklijk besluit tot aanvulling van de lijst toegevoegd als bijlage bij de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, bij afwezigheid als gevolg van het corona-ouderschapsverlof