23 sep 2015 17:31

Aanwerving van wetenschappelijke onderzoekers in universiteiten en federale wetenschappelijke instellingen - tweede lezing

De ministerraad keurt op voorstel van staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs in tweede lezing een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het koninklijk besluit van 19 augustus 1997 wijzigt*. Het ontwerp werd aangepast aan de adviezen van de Raad van State. 

Het ontwerp wijzigt de toekenningsvoorwaarden van de subsidie die de federale staat verleent om het wetenschappelijk onderzoek aan te moedigen. Die voorwaarden werden in 1997 vastgesteld en zijn dus verouderd. De universitaire wereld heeft intussen immers wijzigingen ondergaan en de budgettaire situatie is minder gunstig.

In afwachting van een nieuw geïntegreerd onderzoeksprogramma moet de wetenschappelijke tewerkstelling in België in de universiteiten en de federale wetenschappelijke instellingen worden gesteund alsook de continuïteit van meer dan 200 onderzoeksmandaten. 

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • de verdeelsleutel tussen de universitaire instellingen wordt niet langer opgenomen in het koninklijk besluit. In de praktijk toetsen FWO en F.R.S.-FNRS de aanvraagdossiers aan objectieve criteria
  • de definitie van bijkomende onderzoekers wordt herzien. Het aantal VTE voor de wetenschappelijke onderzoekers moet niet noodzakelijk stijgen maar moet minstens stabiel blijven. Het ontwerp spreekt bovendien over een doctoraatstitel of een masterdiploma als vereiste om van de financiering te kunnen genieten
  • de affectatie aan federale onderzoeksprogramma's wordt benadrukt. Het gaat om mandaten voor onderzoek dat betrekking heeft op federale wetenschappelijke materies 

Het ontwerp van koninklijk besluit legt bovendien de nadruk op nieuwe aanwervingen als tijdelijke onderzoeker of postdoctorale onderzoeker.

Dit ontwerp vormt een tussenoplossing. In de toekomst wordt het huidige programma afgebouwd en vervangen door een nieuw programma met het oog op een duurzame samenwerking tussen de federale wetenschappelijke instellingen en de universiteiten.

* tot vaststelling van de modaliteiten voor de aanwerving van wetenschappelijke onderzoekers in de universitaire onderwijsinrichtingen en in de federale wetenschappelijke instellingen