05 mei 2011 21:03

Advies van het Bureau van de Raad Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen

Het arrest Test-Aankoop van het Europees Hof van Justitie en zijn gevolgen voor de Belgische wetgeving

Brussel, 5 mei 2011 – Op 31 maart 2011 keurde het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen advies nr. 131 goed, betreffende de gevolgen van het arrest Test-Aankoop dat het Europees Hof van Justitie op 1 maart uitbracht. Met zijn advies verzoekt de Raad de federale regering en alle belanghebbende partijen erover te waken dat geen enkele verzekeringsmaatschappij het niet langer gebruiken van geslachtsspecifieke actuariële factoren in zijn voordeel ombuigt; en om alle wetten en reglementeringen die deze factoren gebruiken te wijzigen, o.a. de wettelijke en aanvullende regelingen van de sociale zekerheid.

Het arrest Test-Aankoop van het Europees Hof van Justitie en zijn gevolgen voor de Belgische wetgeving Brussel, 5 mei 2011 – Op 31 maart 2011 keurde het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen advies nr. 131 goed, betreffende de gevolgen van het arrest Test-Aankoop dat het Europees Hof van Justitie op 1 maart uitbracht. Met zijn advies verzoekt de Raad de federale regering en alle belanghebbende partijen erover te waken dat geen enkele verzekeringsmaatschappij het niet langer gebruiken van geslachtsspecifieke actuariële factoren in zijn voordeel ombuigt; en om alle wetten en reglementeringen die deze factoren gebruiken te wijzigen, o.a. de wettelijke en aanvullende regelingen van de sociale zekerheid.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie verklaarde het artikel 5, §2 van de richtlijn 2004/113/EG ongeldig. De richtlijn is gericht op het waarborgen van het respect voor de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie tussen vrouwen en mannen. Het artikel 5, §2 laat de Europese Lidstaten toe om zonder beperking in tijd een afwijking toe te staan die ingaat tegen de algemene principes van de richtlijn. Het Hof verklaarde dus het desbetreffende artikel ongeldig vanaf 21 december 2012.   Hoewel het legitiem is dat de verzekeringsmaatschappijen de groep van de verzekerden segmenteren op grond van relevante criteria, maak het geslacht hiervan geen deel uit. Een onderscheid maken tussen verzekerden op basis van statistieken van levensverwachting naar geslacht is een arbitraire en niet-wetenschappelijke methode daar men geen rekening houdt met de impact van levensgewoonten en socio-economische omstandigheden.   Geen stijging van de premies Bovendien moet men niet vrezen voor een dramatische stijging van het bedrag van de premies, daar de aan sommige verzekerden opgelegde verhoging gecompenseerd wordt door de daling bij anderen. Men stelde ook geen negatieve effecten vast op verzekeringspremies bij de invoering van het verbod op discriminatie in hospitalisatieverzekeringen in functie van de moederschapsgerelateerde kosten. Bovendien is het arrest van toepassing in de gehele Europese Unie waardoor men niet hoeft te vrezen voor goedkopere premies bij maatschappijen die onderworpen zijn aan de wetgeving van andere Lidstaten.   Overgangsperiode De periode tot 21 december 2012 moeten de verzekeringsmaatschappijen gebruiken om hun berekeningsmethodes te corrigeren. Niets verhindert hen echter om dit te doen voor deze uiterste datum en het is in ieder geval uitgesloten dat in de periode tot december 2012 nog nieuwe contracten worden afgesloten waarbij gebruik wordt gemaakt van geslachtsspecifiëke actuariële factoren. Het is aan de federale regering om noodzakelijke maatregelen te nemen om dit te voorkomen.   Noot voor de redactie: Meer informatie in het advies nr. 131 (zie bijlage) of op www.raadvandegelijkekansen.be   Voor alle vragen over het advies Jean Jacqmain Ondervoorzitter van de Raad 02 508 59 01   Perscontact: Annabelle Hageman Secretaris 02 233 41 76 of info@raadvandegelijkekansen.be  

 

Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen verzekert het dagelijks secretariaat van de Raad, het Bureau en de Commissies, en voert ook onderzoekswerk uit en voorbereidende studies van advies- en aanbevelingsprojecten.

De Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen is een federaal adviesorgaan, opgericht bij koninklijk besluit van 15 februari 1993, vervangen door dat van 4 april 2003. De Raad is een beleidsinstrument om de feitelijke gelijkheid van mannen en vrouwen te realiseren en de directe en indirecte genderdiscriminaties weg te werken. Het Bureau is de kern van de werking van de Raad en verzekert het beheer van projecten en de coördinatie van de verschillende commissies binnen de Raad.